is hij defect. Neem de accu van het apparaat. Een
defecte accu mag niet meer gebruikt resp. gela-
den worden.
6. Bediening
6.1 Aan-/Uitschakelaar (fi g. 12, pos. 3)
Inschakelen:
Eerst de grendelknop voor Aan/Uit-schakelaar (2)
en dan de Aan/Uit-schakelaar (3) indrukken.
Met de Aan-/Uitschakelaar (3) kunt u het aantal
slagen traploos regelen. Hoe verder u de scha-
kelaar indrukt, des te hoger het aantal slagen.
Uitschakelen:
Grendelknop voor Aan/Uit-schakelaar (2) en Aan/
Uit-schakelaar (3) loslaten.
6.2 Instelling pendelbeweging (fi g. 13, pos. 8)
•
Aan de omschakelaar voor de pendelbewe-
ging (8) kan de sterkte van de pendelbewe-
ging van het zaagblad (12) bij de slag worden
ingesteld.
•
U kunt de snijsnelheid, het snijvermogen en
het snijbeeld aanpassen aan het te bewerken
stuk.
Zet de omschakelaar voor de pendelbeweging (8)
in één van de volgende standen:
Stand 0 = Geen pendelbeweging
Materiaal: rubber, keramiek, aluminium, staal
Opmerking: Voor fi jne en zuivere snijkanten,
dunne materialen (bijv. platen) en harde materi-
alen.
Stand 1 = Kleine pendelbeweging
Materiaal: kunststof, hout, aluminium
Opmerking: Voor harde materialen.
Stand 2 = Gemiddelde pendelbeweging
Materiaal: hout
Stand 3 = Grote pendelbeweging
Materiaal: hout
Opmerking: Voor zachte materialen en zagen in
vezelrichting.
De beste combinatie van instelling van toeren-
tal en pendelbeweging is afhankelijk van het te
bewerken materiaal. Het valt aan te bevelen de
Anl_TC_ST_18_Li_SPK7.indb 68
Anl_TC_ST_18_Li_SPK7.indb 68
NL
ideale instelling steeds aan de hand van een pro-
efsnede op een afvalstuk vast te stellen.
6.3 Uitvoeren van sneden
Voorzichtig!
•
Vergewis u er zich van dat de Aan/Uit-scha-
kelaar (3) niet ingedrukt is. Verbind pas dan
de accu met het apparaat.
•
Schakel de accu afkortzaag alleen in met ge-
monteerd zaagblad.
•
Gebruik alleen foutloze zaagbladen. Vervang
botte, verbogen of gescheurde zaagbladen
onmiddellijk.
•
Plaats de zaagvoet vlak op het te bewerken
stuk. Schakel de decoupeerzaag in.
•
Laat het zaagblad aanlopen, tot het de volle
snelheid heeft bereikt. Leid het zaagblad
dan langzaam langs de snijlijn. Oefen daarbij
slechts een lichte druk uit op het zaagblad.
•
Bij het zagen van metaal moet de snijlijn met
een geschikt koelmiddel worden bestreken.
6.4 Uitzagen van gebieden (fi g. 13)
Boor met een boormachine een gat van 10 mm
binnen het uit te zagen gebied. Leid het zaagblad
in dit gat en begin met het uitzagen van het ge-
wenste gebied.
6.5 Uitvoeren van parallelle sneden (fi g. 14)
•
Parallelaanslag monteren en afstellen (zie
punt 5.3).
•
Aanwijzingen in punt 6.3 in acht nemen.
•
Snede uitvoeren zoals voorgesteld in fig. 14.
6.6 Versteksnede (fi g. 9)
Hoek aan de zaagschoen instellen (zie punt 5.4).
Aanwijzingen in punt 6.3 in acht nemen.
Snede uitvoeren zoals voorgesteld in fi g. 9.
6.7 LED-licht (fi g. 1, pos. 4)
Het LED-licht (4) maakt het mogelijk om de sni-
jplaats extra te verlichten. Het LED-licht (4) gaat
automatisch branden, zodra u op de Aan/Uit-
schakelaar (3) drukt.
6.8 Stof-blaasfunctie (afbeelding 1, pos. 18)
Door een inschakelbare luchtstroom blijft de snij-
lijn vrij van stof en spanen.
•
Om deze in te schakelen moet de schakelaar
voor stof-blaasfunctie (18) naar achter wor-
den geschoven.
•
Om deze uit te schakelen moet de schakelaar
voor stof-blaasfunctie (18) weer naar voor
worden geschoven.
- 68 -
04.07.2023 08:35:25
04.07.2023 08:35:25