Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
NL
BE
Procedure (Fig. F)
1. Bevestig het werkstuk veilig op het
werkvlak.
2. Plaats een frees.
3. Stel de gewenste freesdiepte in.
4. Schakel het apparaat in.
5. Breng het apparaat naar de plaats die
moet worden bewerkt.
6. Houd het apparaat tijdens het werk
met beide handen vast. Zorg ervoor
dat er geen vingers in het gebied on-
der de aandrijfeenheid steken en frees
met een gelijkmatige snelheid (Fig. F) .
7. Schakel het apparaat uit.
WAARSCHUWING! Gevaar voor
verwondingen! Na uitschakeling van het
apparaat beweegt de frees nog even
door. Raak de bewegende frees niet aan
en leg het apparaat niet neer voordat de
frees volledig tot stilstand is gekomen.
Rand- en profielfrezen
Bij rand- of profielfrezen zonder
parallelaanslag moet de frees
met aanloopring (a) als gelei-
ding zijn uitgerust.
a
Procedure
1. Beweeg het ingeschakelde apparaat
langs het werkstuk tot de aanloopring
tegen de te bewerken werkstukrand
ligt.
2. Houd het apparaat met beide handen
aan de rand van het werkstuk (1) vast.
Vermijden van een te sterke druk.
Frees met parallelaanslag
Met de parallelaanslag kunt u sleuven en
profielen frezen als u de parallelaanslag
op een vooraf ingestelde afstand langs de
rand van het werkstuk beweegt.
AANWIJZING! Frezen in vast materiaal
is alleen mogelijk in kleine stappen (max.
66
1-2 mm spaandiepte). Diepere gleuven
moeten in meerdere passages worden ge-
freesd.
Procedure
1. Parallelaanslag monteren en demonte-
ren, Pag. 63
2. Stel de freesdiepte in op 1-2 mm
(Freesdiepte instellen, Pag. 64).
3. Vergewis u dat de parallelaanslag
(15) juist ligt aan de rand van het
werkstuk.
4. Schakel het apparaat in.
5. Geleid het apparaat met zijdelingse
druk naar de parallelaanslag (15)
langs de werkstukrand. De parallel-
aanslag (15) fungeert als zijdelings
geleiding.
AANWIJZING! Controleer steeds de
rechthoekigheid van de gleuf.
6. Herhaal werkstappen 4-5 tot het ge-
wenste resultaat is bereikt.
Frees met centreerpunt
Met de centreerpunt kunt u cirkelvormige
freeswerken uitvoeren.
Benodigde gereedschappen en
hulpmiddelen
• Steeksleutel (22)
Procedure (Fig. G)
1. Draai de parallelaanslag (15) om, zo-
dat de aanslagkant naar boven wijst
(Parallelaanslag monteren en demon-
teren, Pag. 63).
2. Schroef de centreerpunt (31) aan de
parallelaanslag vast. Zet daarbij de
centreerpunt vast met het ovale gat van
de steeksleutel (22).
3. Steek de centreerpunt (31) in het ge-
markeerde middelpunt van de te fre-
zen cirkel.
4. Beweeg het apparaat zoals een kom-
pas een keer in de cirkel rond de cen-
treerpunt.
Publicidad
