Handleiding
EK 6OUNV-L
(lanr(e.
Å
Texirçn
e.s¡Rpêny
4.1.2
Gebruik van messen
Er
zijn drie verschillende types van messen
beschikbaar
(afb. 26, 28, 30).
De
UC 26 is geoptimaliseerd voor
ka-
bels/geleiders
van
koper en aluminium <
26
mm
Ø.
De
UC
40 kan alle
kabels/geleiders
van
koper en aluminium
s
40
mm
Ø
snijden.
De grotere kabels/geleiders
veflonen
de
beste resultaten respectievelijk
de
minste
vervormin-
gen.
¡
Letoo
/l\
5n4
geen
kabels/geleiders
van
koper en
alumi-
nium met
UC 26
en UC
401
Om
ACSR
geleiders
te
snijden, mag
u
enkel de UCACSR
messen gebruiken.
Let op
l\ G.
Draag
altiid
een
veiligheidsbril
bij
het
sni-
r'
¡
\!-
'
jden
van
ACSR
geleiders
of
metstaal
ver-
sterkte kabels.
Stukjes van de geleiders van versterkt staal kunnen
met
hoge snelheid
naar
de
bediener worden geslingerd
en
ernstige
venruondingen
veroorzaken.
Bij het snijden van draadstaven moeten de staven voor
een zuiver snijvlak
in
een
juiste hoek met
de
messen
staan. De draadstaven moeten voor het snijden vrij
van
schilfers
worden
gemaakt. Voor
zuivere
snijvlakken moet
de
snijcyclus worden voortgezet
totdat de
messen
hun
eindpositie
hebben bereikt.
De
DIN
rail
messen
zijn
uitgerust met een geleider
van
plaatstaal
die
snijden in
de
juiste
hoek vergemakkelijkt.
Na het snijden wordt het
mes
teruggezet door
de
terug-
loopknop
eenmaal
in
te drukken (afb.
1.4).
4.1.3
Gebruik van de ponsadapter
Het
vorderen (indringen) van de pons in de matrijs
moet
aandachtig
worden
gevolgd.
Zodra
de
metalen
plaat
is
geponst, moet de ponscyclus worden
beëindigd
door
de
bedieningsschakelaar
los
te
laten
(afb.
1.3).
Het
toestel
wordt
teruggezet
door de terugloopknop een-
maal
in
te drukken (afb.
1.4).
Let
op
lndien
de
ponscyclus
niet wordt beëindigd
na-
dat
de
metalen
plaat
is
geponst, zal
de pons
de
matrijs raken, met breuk van
een
van beide
tot
gevolg.
4.2
Toelichting bij het toepassingsgebied
Het
elektrisch-hydraulisch
werktuig kan
worden
gebruikt
met een groot aantal
verschillende
matrijzen
en
messen.
Let op
Alleen
de
in
tab.2
+ 3
genoemde verhindingsma-
terialen
mogen
gepersf worden.
Als
andere verbindingsmaterialen
geperst
moeten wor-
den,
moet overlegd
worden
met de fabriek.
\
¡¡.
Lefoo
,4\
(ä
Er m,ogen geen onder spanning staande
-
onderdelen
geperst
worden.
Het
apparaat
het
om een handbediend apparaat dat
niet
ingespannen mag
worden.
Het
mag
niet
stationair
gebru-
ikt
worden.
Het apparaat
is
niet voor permanent gebruik
bestemd.
Na
ca. 50 persingen achter elkaar moet een pauze van ca.
1
5
min ingelast worden om het apparaat
te
laten afkoelen.
¡t
Let oo
Bij
een
te intensief gebruik kunnen er door
ver-
hitting
schaden
aan
het
apparaat ontstaan.
Let
oo
Bij gebruik van elektromotoren kunnen vonken
ontstaan waardoor vuurgevaarlijke
of
explosie-
ve stoffen in brand kunnen
vliegen.
Let
oo
Het
elektrohydraulische persapparaat mag niet
bij
sterke
regen
of
onder water
gebruikt
wor-
den.
*
4.3
Verwerkingsaanwijzingen
Volg
absoluut
de in de
catalogus genoemde
montage-
aanwlJzrngen.
Let oo
¡
Er mogen
bij getijk
kengetal
alleen
de
voor het
I
materiaal
voorziene
matrijzen gebruikt
worden.
H8j3423
E
@
09/2010
@3