Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
5.7
Zaagblad monteren 5,
Zorg ervoor dat het op te spannen zaagblad voldoet aan de technische vereisten en goed geslepen
is. Een scherp zaagblad vormt de voorwaarde voor een correcte zaagsnede.
Selecteer voor elke toepassing altijd het passende zaagblad voor het te zagen materiaal.
1. Breng de invaleenheid in de montagestand. → Pagina 47
2. Reinig de opnameflens en de spanflens (1).
3. Breng de bevestigingsflens in de juiste oriëntatie aan op de aandrijfspindel.
4. Breng het nieuwe zaagblad in (2).
▶ Let op de draairichtingspijl op het zaagblad (3) en op het beschermkap (4). De oriëntatie van beide
draairichtingspijlen moet overeenkomen.
5. Plaats de spanflens in de juiste oriëntatie.
6. Breng de spanbout aan.
7. Houd de spilvergrendeling (5) ingedrukt.
8. Draai met de inbussleutel aan de spanbout vast (6).
Oriënteer u aan de draairichtingspijl: Draai de spanbout in tegengestelde draairichting van het
zaagblad vast.
9. Controleer of het zaagblad correct gemonteerd is.
10. Houd het product aan de hoofdhandgreep vast.
11. Plaats de vergrendelingshendel in de basisstand en zwenk de invaleenheid terug in de basisstand (7).
12. Sluit de montageklep voor de zaagbladmontage.
5.8
Verschuifbaar stofbeschermingsvenster
Schuif het stofbeschermingsvenster altijd zo dicht mogelijk naar het werkstuk voor een optimale spaanafzui-
ging.
5.9
Zaagdiepte instellen
De ingestelde zaagdiepte dient altijd zo te worden gekozen, dat deze circa 5 tot 10 mm groter is dan
de te zagen materiaaldikte.
1. Druk de ontgrendeling voor de zaagsnedediepte-instelling (1) in en houd deze ingedrukt.
2. Duw de schuif in de benodigde zaagsnedediepte (2).
▶ De zaagsnedediepte-indicator beschikt over een aparte indicatie voor zaagsneden met geleiderail (3)
en zaagsneden zonder geleiderail (4).
3. Druk de ontgrendeling voor de zaagsnedediepte-instelling los.
5.10
Zaaghoek voor verstek zagen instellen
•
Vermijd verschillende hoekinstellingen voor en achter, door bij het vastdraaien geen druk op de
extra handgreep of de zaag uit te oefenen. Door verschillende hoekinstellingen kan de zaagsnede
niet meer recht worden uitgevoerd.
1. Draai de 2 klembouten van de zaaghoekinstelling (1) los.
2. Zwenk het product in de gewenste zaaghoek.
▶ Wanneer u hoeken van -1° of voorbij 45° (tot maximaal 47°) wilt instellen, drukt u de ontgrendelings-
toets (2) in en houdt deze ingedrukt.
3. Draai een van de beide klembouten van de zaaghoekinstelling vast.
4. Draai de tegenoverliggende klembout van de zaaghoekinstelling vast.
5.11
Zaagbladtoerental instellen
Gebruik altijd een toerental dat bij het gebruikte zaagblad en het te bewerken materiaal past. Door een
aangepast toerental voorkomt u oververhitting van de zaagtanden en verlengt u de levensduur van de
zaagbladen.
▶ Draai het toerentalkeuzewiel in de overeenkomstige stand.
48
Nederlands
6
7
8
2373402
*2373402*
Publicidad
