82 | Nederlands
Nivelleernauwkeurigheid van de horizontale lijn
controleren
Voor de controle heeft u een vrij vlak van ca. 5 × 5 m nodig.
– Monteer het meetgereedschap in het midden tussen de
muren A en B op een statief of plaats het op een stevige,
vlakke ondergrond. Kies horizontale lijnmodus met auto-
matische nivellering en laat het meetgereedschap nivelle-
ren.
A
– Markeer op een afstand van 2,5 m van het meetgereed-
schap op beide muren het midden van de laserlijn (punt Ⅰ
op muur A en punt Ⅱ op muur B).
A
– Plaats het meetgereedschap 180° gedraaid op een af-
stand van 5 m en laat het nivelleren.
– Lijn het meetgereedschap in hoogte zodanig uit (met be-
hulp van het statief of eventueel door onderlegmateriaal)
dat het midden van de laserlijn precies het tevoren ge-
markeerde punt Ⅱ op muur B raakt.
– Markeer op muur A het midden van de laserlijn als punt Ⅲ
(verticaal boven of onder punt Ⅰ).
– Het verschil d van de beide gemarkeerde punten Ⅰ en Ⅲ
op de muur A levert de daadwerkelijke afwijking van het
meetgereedschap van de horizontale lijn op.
Op het meettraject van 2 × 5 m = 10 m bedraagt de maxi-
maal toegestane afwijking:
10 m × ±0,3 mm/m = ±3 mm. Het verschil d tussen de pun-
ten Ⅰ en Ⅲ mag dus maximaal 3 mm bedragen.
1 609 92A 8M1 | (19.04.2023)
B
B
Nivelleernauwkeurigheid van de verticale lijn
controleren
Voor de controle heeft u een deuropening nodig met (op een
stabiele ondergrond) aan beide zijden van de deur minstens
2,5 meter ruimte.
– Zet het meetgereedschap op 2,5 meter afstand van de
deuropening op een vlakke en stabiele ondergrond (niet
op een statief). Kies verticale lijnmodus met automati-
sche nivellering. Richt de laserlijn op de deuropening en
laat het meetgereedschap nivelleren.
– Markeer het midden van de verticale laserlijn op de vloer
van de deuropening (punt Ⅰ), op een afstand van 5 m aan
de andere zijde van de deuropening (punt Ⅱ), evenals bij
de bovenrand van de deuropening (punt Ⅲ).
– Draai het meetgereedschap 180° en plaats het aan de an-
dere zijde van de deuropening, direct achter punt Ⅱ. Laat
het meetgereedschap zich nivelleren en de verticale la-
serlijn zodanig uitlijnen, dat het midden hiervan door de
punten Ⅰ en Ⅱ loopt.
– Markeer het midden van de laserlijn op de bovenrand van
de deuropening als punt Ⅳ.
– Het verschil d van de beide gemarkeerde punten Ⅲ en Ⅳ
geeft de werkelijke verticale afwijking van het meetge-
reedschap.
– Meet de hoogte van de deuropening.
Bosch Power Tools