van de werkgever en volgens de hygiëne- en veiligheidsvoor-
schriften. De bediening en het onderhoud van het pneumatisch
gereedschap moeten worden uitgevoerd in overeenstemming
met de instructies in de bedieningshandleiding om de emissie
van rook en stof tot een minimum te beperken. Als het pneu-
matisch gereedschap is voorzien van een geluiddemper, con-
troleer dan altijd of deze correct is geïnstalleerd tijdens het ge-
bruik van het gereedschap. Versleten gereedschappen kiezen,
onderhouden en vervangen volgens de aanwijzingen in de
bedieningshandleiding. Dit voorkomt een onnodige toename
van het lawaai.
Gevaar voor trillingen
Hoewel de gereedschappen werden ontworpen om de risico's
in verband met trillingsemissies te minimaliseren, was het niet
mogelijk om de trillingen die als restrisico bleven bestaan vol-
ledig uit te sluiten. Onjuist gebruik van het apparaat kan bloot-
stelling aan trillingen tot gevolg hebben. De in de handleiding
gespecifi ceerde waarde van de trillingen kan het trillingsniveau
van het beoogde gebruik onvoldoende weergeven. Blootstel-
ling aan trillingen kan blijvende schade toebrengen aan de ze-
nuwen en de bloedtoevoer van de handen en armen. Draag
warme kleding bij het werken bij lage temperaturen en houd uw
handen warm en droog. Als de huid van uw vingers of handen
verdoofd, tintelend, pijnig of gebleekt is, stop dan met het ge-
bruik van het pneumatisch gereedschap en informeer uw werk-
gever en raadpleeg uw arts. De bediening en het onderhoud
van het pneumatisch gereedschap moeten worden uitgevoerd
in overeenstemming met de instructies in de bedieningshand-
leiding om de onnodige toename van het trillingsniveau tot een
minimum te beperken. Kies, onderhoud en vervang de volgens
de instructies in te brengen verbruiksartikelen/gereedschappen
om onnodige verhoging van het trillingsniveau te voorkomen.
Ondersteun het gewicht van het werktuig indien mogelijk met
een basis, een spanner of een stabilisator. Houd het gereed-
schap licht maar goed vast, rekening houdend met de benodig-
de reactiekrachten, omdat bij een hogere klemkracht de kans
op trillingen meestal groter is. De onjuiste montage van het
insteekbare zaaggereedschap kan verhoogde trillingsniveaus
tot gevolg hebben.
Aanvullende veiligheidsinstructies voor pneumatisch gereed-
schap
Perslucht kan ernstige letsels veroorzaken:
- ontkoppel altijd de luchttoevoer, maak de slang leeg van de
luchtdruk en ontkoppel het apparaat van de luchttoevoer als
het niet wordt gebruikt, voordat u accessoires verwisselt of re-
paraties uitvoert;
- richt de lucht nooit op uzelf of iemand anders.
Een slag van de slang kan ernstige letsels veroorzaken. Con-
troleer altijd op beschadigde of loszittende slangen en fi ttingen.
Bij gebruik van universele schroefverbindingen (blokaanslui-
tingen) moeten veiligheidspennen en veiligheidsverbindingen
worden gebruikt om beschadiging van de verbindingen tussen
de slangen en tussen de slang en het apparaat te voorkomen.
Overschrijd de maximale luchtdruk die voor het apparaat is
aangegeven niet. Draag het apparaat nooit door de slang vast
te houden.
Waarschuwingen voor terugslag van gereedschap in de rich-
ting van de bediener
O O R S P R O N K E L I J K E
NL
De terugslag van het gereedschap in de richting van de bedie-
ner is een plotselinge reactie op een verstopte of ingeklemde
slijfschijf of ander accessoire. Door blokkering of klemming
stopt het draaiende accessoire plotseling, waardoor het pneu-
matische gereedschap in tegengestelde richting van de draai-
ing van het accessoire draait. Als de slijpschijf bijvoorbeeld
wordt geblokkeerd of vastgeklemd door een werkstuk, kan de
rand van de slijpschijf die het klempunt binnenkomt het opper-
vlak van het materiaal binnendringen en ervoor zorgen dat de
slijpschijf ontsnapt of wordt uitgeworpen. Afhankelijk van de be-
wegingsrichting van de slijpschijf op het klempunt kan de slijp-
schijf ook in de rijrichting van of weg van de gebruiker ontsnap-
pen. Onder deze omstandigheden kunnen slijpschijven ook
breken. De terugslag van het apparaat naar de gebruiker toe
is het gevolg van verkeerd gebruik en/of het niet opvolgen van
de aanwijzingen in de bedieningshandleiding. Dit kan worden
vermeden door de onderstaande instructies te volgen. Gebruik
een stevige handgreep en de juiste positie van het lichaam
en de handen om de krachten die door de terugslag worden
gegenereerd te weerstaan. Gebruik altijd de extra handgreep,
indien bij het gereedschap geleverd, om maximale controle te
garanderen bij terugslag of onverwachte rotatie bij het starten
van het gereedschap. De operator kan de rotatie of terugslag
van het gereedschap controleren als de juiste voorzorgsmaat-
regelen worden genomen. Plaats uw hand nooit in de buurt van
draaiende gereedschapselementen. Roterende delen kunnen
bij weerkaatsing in contact komen met de hand. Plaats uzelf
niet in het gebied waar het gereedschap tijdens de terugslag
naartoe zal bewegen. Een terugslag drijft het gereedschap in
tegengestelde richting van de draairichting van de slijpschijf,
op het punt waar het vastloopt. Let in het bijzonder op bij het
werken in de buurt van hoeken, scherpe kanten enz. Vermijd
botsen en het vastlopen van de schijf. Bij het bewerken van
hoeken of kanten is er een verhoogd risico op vastlopen van
de slijpschijf, wat leidt tot verlies van controle of terugslag van
gereedschap. Gebruik geen schijven met een kettingzaag of
cirkelbladzagen. Bladen veroorzaken frequente terugslagen en
verlies van controle over het gereedschap.
Waarschuwingen voor het slijpen en snijden met slijpschijven
Gebruik alleen slijpschijven die geschikt zijn om te werken met
het gereedschap en afschermingen die voor het betreff ende
slijpschijftype zijn ontworpen.
Slijpschijven waarvoor het apparaat niet is ontworpen, kunnen
niet goed worden afgeschermd en zijn niet veilig.
De afscherming moet stevig aan het gereedschap worden
bevestigd en zo veilig mogelijk worden geplaatst, zodat een
zo klein mogelijk gedeelte van de slijpschijf in de richting van
de bediener wordt blootgesteld. Deze bescherming helpt de
bediener te beschermen tegen gebroken schijff ragmenten en
voorkomt onbedoeld contact met de slijpschijf.
De slijpschijf moet volgens de voorschriften worden gebruikt.
Schuur bijvoorbeeld niet met een schijf die bedoeld is om te
snijden. Snijschijven zijn ontworpen voor gebruik onder zware
druk en door de zijdelingse krachten die erop worden uitgeoe-
fend, kunnen ze uit mekaar vallen.
Gebruik altijd onbeschadigde spanfl enzen die de voor de slijp-
schijf juiste maat hebben. De juiste fl enzen voor het vastzetten
van de slijpschijf verminderen het risico op beschadiging van
de slijpschijf. De fl enzen voor snijschijven kunnen verschillen
van fl enzen voor slijpschijven.
I N S T R U C T I E S
81