Gebruik geen versleten slijpschijven van grotere toestellen.
Een slijpschijf met een grotere diameter is niet geschikt voor
hogere rotatiesnelheid van kleinere gereedschappen en kan
breken.
GEBRUIKSVOORWAARDEN
Zorg ervoor dat de persluchtbron de juiste werkdruk genereert
en de vereiste luchtstroom levert. Bij een te hoge toevoerdruk
moet een drukregelaar met veiligheidsventiel worden gebruikt.
Het pneumatische gereedschap moet door het fi lter- en smeer-
systeem worden gevoed. Dit zorgt ervoor dat de lucht zowel
schoon is als bevochtigd met olie. Controleer vóór elk gebruik
de toestand van het fi lter en de smeernippel en reinig indien
nodig het fi lter of compenseer olietekorten in de smeernippel.
Dit garandeert een correcte werking van het gereedschap en
verlengt de levensduur ervan.
Gebruik het apparaat altijd met gemonteerde extra handgreep.
De extra handgreep maakt veiliger en effi ciënter werken mo-
gelijk.
Bij het gebruik van extra beugels of steunhouders moet erop
worden gelet dat het gereedschap correct en stevig is bevestigd.
Bevestig het werkstuk zodanig dat de opening tijdens het snij-
den dezelfde breedte behoudt of breder wordt.
Kies een geschikte positie om een normale of onverwachte be-
weging van het gereedschap veroorzaakt door het koppel te
voorkomen. Als de snijschijf in het werkstuk vast komt te zitten,
schakelt u deze uit en laat u de schijf los. Zorg ervoor dat de
schijf niet beschadigd is voordat u deze weer inschakelt.
Let op de werkomgeving, de snijmachine kan heel eenvoudig
snijden.
Gebruik geen slijpschijven en snijgereedschappen voor het
slijpen van zijkanten.
Wacht na het uitschakelen van de snijmachine tot het draaien-
de gereedschap volledig tot stilstand is gekomen, voordat u de
machine ergens neerlegt.
Voordat u extra uitrusting installeert, moet u ervoor zorgen dat
de maximale snelheid van de uitrusting hoger is dan die van de
snijmachine. Gebruik geen apparatuur met een andere greep-
diameter dan aangegeven in de handleiding. De bijkomende
uitrusting moet stevig en zeker aan de gereedschapshouder
zijn bevestigd. Gebruik geen bussen of reduceerringen voor
het op elkaar afstellen van de spindeldiameter van het gereed-
schap en de slijpschijf.
Bewaar en gebruik het schurende element volgens de instructies
van de fabrikant van de uitrusting. Gebruik geen beschadigde
uitrusting. Defecte apparatuur moet onmiddellijk worden ver-
vangen door nieuwe en intacte. Controleer de toestand van de
spindel en de gereedschapshouders op slijtage of beschadiging.
Gebruik de snijmachine niet in een explosiegevaarlijke omge-
ving. Vonken tijdens het gebruik kunnen brand veroorzaken.
Na montage van de slijpschijf het gereedschap starten en ca.
30 seconden in een veilige positie houden. Stop de machine
onmiddellijk als u hoge trillingen of andere defecten in het ge-
drag van de snijmachine opmerkt. Eventuele onregelmatighe-
den moeten vóór de volgende inbedrijfstelling van het apparaat
worden verholpen.
Let erop dat het toerental van het gereedschap niet hoger is
dan het op het typeplaatje aangegeven toerental.
Tijdens het bewerken van sommige materialen kunnen giftige
of brandbare stof en dampen ontstaan. Werk in goed geventi-
O O R S P R O N K E L I J K E
82
NL
leerde ruimten en gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen.
Zorg ervoor dat vonken en puin ontstaan tijdens het werk geen
gevaar opleveren.
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen zoals handschoe-
nen, een schort en een helm.
Ook gehoorbeschermers moeten worden gebruikt.
Bij het vallen van het gereedschap met gemonteerde schijf,
moet de toestand van de slijpschijf vóór het opnieuw inschake-
len zorgvuldig worden gecontroleerd.
GEBRUIK VAN HET GEREEDSCHAP
Controleer voor elk gebruik van het apparaat of er geen onder-
delen van het pneumatische systeem beschadigd zijn. Als u
schade vaststelt, vervang dan meteen door nieuwe onbescha-
digde elementen van het systeem.
Vóór elk gebruik van het pneumatische systeem, dient men de
gecondenseerde vochtigheid in het gereedschap, de compres-
sor en de leidingen, te drogen.
Voorbereiding van de werkzaamheden
Om de luchtslang (II) aan te sluiten, moet een geschikt mond-
stuk stevig aan de draad van de luchtinlaat worden geschroefd.
Voordat u de schijf installeert, dient u zich ervan te vergewissen
dat het toegestane schijftoerental gelijk is aan of hoger is dan
het maximumtoerental van de schuurmachine.
De doorslijpmachine heeft een spindelvergrendeling, waardoor
u de spindel kunt vergrendelen voor de tijd waarop de schijf
wordt gemonteerd. De spindel moet worden vergrendeld met
een ring. Duw de ring in de richting van de luchtinlaat en draai
hem, terwijl u hem in deze positie houdt, tegen de klok in tot
aan de aanslag. Laat de druk op de ring weg, de veer zorgt
ervoor dat de ring over de spindel glijdt en de rotatie (IV) blok-
keert.
Gebruik vervolgens een sleutel om de borgschroef los te draai-
en. De schroef heeft een linkse schroefdraad en moet met de
klok mee (V) worden losgedraaid.
Na het losdraaien van de borgschroef de schijfbevestigings-
moer losdraaien. De schroef heeft een linkse schroefdraad en
moet tegen de klok in (V) worden losgedraaid.
Verwijder de ring onder de moer en vervolgens de snijschijf.
Voordat u een nieuwe schijf installeert, moet u de binnenkant
van de afscherming en de schijfbevestiging reinigen van even-
tuele resten na werkzaamheden. Monteer de schijf in omge-
keerde volgorde van de demontageprocedure.
Let op! Vergeet niet om na het monteren van de schijf de ver-
grendeling te ontgrendelen. Duw de ring in de richting van de
luchtinlaat en draai hem, terwijl u hem in deze positie houdt, in
de richting met de klok mee tot aan de aanslag. Laat de druk
op de ring weg, de ring moet in de positie blijven staan voor een
vrije rotatie van de schijf.
Gebruik uw hand om de schijf een paar omwentelingen te
draaien om ervoor te zorgen dat de schijf soepel en zonder
klemmen draait.
Het gereedschap is klaar voor aansluiting op het pneumatische
systeem.
Instellen van de draairichting (VI)
Waarschuwing! Voordat u de draairichting verandert, moet u
zich ervan vergewissen dat de schijf stopt met draaien en dat
I N S T R U C T I E S