gebruik is.
Stroomonderbrekers moeten voldoen aan de veiligheidsvoorschriften van elektriciteitscentrales en moeten foutloos
werken.
Elektrische aansluitingen moeten worden beschermd tegen vocht.
Bij gevaar voor belasting moeten de elektrische aansluitingen op een hoger gelegen terrein worden gemaakt.
De circulatie van agressieve vloeistoffen en schurende materialen moet absoluut vermeden worden.
De dompelmotorpomp moet beschermd worden tegen bevriezing.
De pomp moet beschermd worden tegen drooglopen.
Passende maatregelen moeten worden genomen om toegang door kinderen te voorkomen.
Vloeistofvervuiling kan optreden door lekkage van smeermiddelen.
Bescherm de kabel tegen hitte, olie en scherpe randen. Reparaties aan elektrische pompen mogen alleen worden
uitgevoerd door erkende specialisten. Verkeerd uitgevoerde reparaties kunnen ernstig gevaar opleveren voor de
gebruiker.
Schade die het gevolg kan zijn van pompstoringen moet worden voorkomen door passende maatregelen (bijv. installatie
van een alarmunit of reservepomp). De fabrikant aanvaardt hiervoor geen aansprakelijkheid. Als de pomp permanent op
starre leidingen wordt geïnstalleerd, raden wij aan een terugslagklep te monteren zodat er geen water in de pomp kan
terugstromen. Dompelpompen met een aansluitkabel van minder dan 10 m kunnen alleen intern worden gebruikt; met
een kabel van 10 m of meer kunnen ze ook extern worden gebruikt.
De pompas moet minimaal 40×40×50 cm groot zijn, zodat de vlotterschakelaar vrij kan bewegen.
Je nieuwe dompelpomp is conform de voorschriften voorzien van een anti-schokstekker. De pomp is ontworpen om
aangesloten te worden op een 230V~50Hz veiligheidsstopcontact. Zorg ervoor dat het stopcontact voldoende beveiligd
is (min.6 Amp.) en dat het in uitstekende staat is. Steek de stekker in het stopcontact en de pomp is klaar voor gebruik.
Opmerking!
Als de hoofdkabel of stekker beschadigd is door externe actie, mag de kabel niet worden gerepareerd.
U mag de pomp nooit installeren door hem zonder steun aan de persleiding of voedingskabel op te hangen.
De dompelmotor moet worden opgehangen aan de bijgeleverde handgreep of onderaan de schacht worden geplaatst.
Voor een goede werking van de pomp moet de bodem van de schacht vrij van modder en vuil worden gehouden.
Als de waterhendel te ver wordt ingeschoven, droogt het slib in de schacht snel uit en kan de pomp niet starten. Daarom
moet de dompelmotorpomp regelmatig worden gecontroleerd (door opstarttests uit te voeren).
De vlotter is zo ingesteld dat de pomp onmiddellijk kan starten.
Toepassingen
Deze pomp wordt voornamelijk gebruikt als kelderpomp. Wanneer deze pomp in een gat wordt geïnstalleerd, biedt hij
bescherming tegen overstroming.
Hij wordt ook gebruikt wanneer water van de ene plaats naar de andere moet worden verplaatst, bijvoorbeeld in huis,
tuin, tuinbouw, loodgieterij en vele andere toepassingen.
38