Ferroli ATLAS 25 K 100 UNIT Instrucciones De Uso, Instalación Y Mantenimiento página 89

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 17
ATLAS 25 K 100 UNIT
Aanzetten verwarmingsketel
Maak de brandstofkleppen open.
Schakel de stroom naar het apparaat in.
fig. 5 - Aanzetten verwarmingsketel
De eerstvolgende 120 seconden wordt op het display FH weergegeven, hetgeen
betekent dat de verwarmingsinstallatie ontlucht wordt.
De eerste 5 seconden verschijnt op het display tevens de softwareversie van de
kaart.
Wanneer de melding FH niet meer zichtbaar is, is de verwarmingsketel gereed om
automatisch te starten telkens wanneer er sanitair warm water wordt gebruikt of
wanneer de omgevingsthermostaat hierom vraagt.
Uitschakelen verwarmingsketel
Draai beide knoppen op de minimumstand (detail 1 en 2 - fig. 1).
fig. 6 - Uitschakelen verwarmingsketel
Wanneer de verwarmingsketel word uitgezet, wordt de elektronische kaart nog van
stroom voorzien.
De sanitaire en verwarmingswerking is niet meer actief. Het antivriessysteem blijft actief.
Om de verwarmingsketel weer in te schakelen, moeten beide knoppen (detail 1 en 2 -
fig. 1) weer op de gewenste temperaturen worden gezet.
De verwarmingsketel is onmiddellijk gereed om te werken telkens wanneer er warm sa-
nitair water wordt gebruikt of de omgevingsthermostaat hierom vraagt.
60
40
80
20
0
60
40
80
20
0
60
40
80
20
0
60
40
80
20
0
fig. 7
cod. 3541I360 - Rev. 02 - 04/2018
2.4 Instellingen
Omschakelen Zomer/Winter
Draai alleen de knop van de verwarming weer op het minimum (Zomer) (detail 1 - fig. 1).
100
120
De verwarmingsketel levert uitsluitend warm water. Het antivriessysteem blijft actief.
Om de Zomer-modus uit te schakelen (Winter), moet de knop van de verwarming (detail
1 - fig. 1) weer op de gewenste temperatuur worden gezet.
100
Regeling van verwarmingstemperatuur
120
Bedien de knop van de verwarming (detail 1 - fig. 1) om de temperatuur te variëren van
minimaal 30°C tot maximaal 80°C.
Geadviseerd wordt echter de verwarmingsketel niet te laten werken bij een tempe-
ratuur lager dan 45°C.
Regeling van temperatuur sanitair water
Bedien de knop van het sanitaire water (detail 2 - fig. 1) om de temperatuur te variëren
van minimaal 10°C tot maximaal 65°C.
100
120
Regeling van de omgevingstemperatuur (met optionele omgevingsthermostaat)
Stel met behulp van de omgevingsthermostaat de voor de vertrekken gewenste tempe-
ratuur in. Als er geen omgevingsthermostaat aanwezig is zorgt de verwarmingsketel er-
voor dat het systeem op de ingestelde setpoint-temperatuur aan de drukzijde van de
installatie gehouden wordt.
Regeling van de omgevingstemperatuur (met optionele timerafstandsbediening)
100
120
Stel met behulp van de timerafstandsbediening de gewenste temperatuur voor de ver-
trekken in. De verwarmingsketel stelt de temperatuur van het water in de installatie af op
grond van de gewenste omgevingstemperatuur. Voor wat de werking met timerafstand-
sbediening betreft, wordt verwezen naar de betreffende gebruikershandleiding.
Weersafhankelijke temperatuur
Wanneer de externe sonde (optioneel) wordt geïnstalleerd, werkt het regelsysteem van
de verwarmingsketel met een 'Weersafhankelijke temperatuur'. In deze modus wordt de
temperatuur van de verwarmingsinstallatie gereguleerd overeenkomstig de externe we-
ersomstandigheden, zodat gedurende het hele jaar verhoogd comfort en energiebespa-
ring wordt gegarandeerd. Bij toename van de buitentemperatuur wordt de
uitgangstemperatuur van de installatie namelijk volgens een vastgestelde 'compensatie-
curve' verlaagd.
Met de weersafhankelijke temperatuurregeling wordt de temperatuur die met de knop
van de verwarming is ingesteld (detail 3 - fig. 1) de maximale aanvoertemperatuur van
de installatie. Aanbevolen wordt om de maximumwaarde in te stellen, zodat het systeem
bij het regelen gebruik kan maken van het gehele werkingsbereik.
De verwarmingsketel moet tijdens de installatiefase door gekwalificeerd personeel wor-
den afgesteld. Ter verhoging van het comfort kan de gebruiker echter ook enige aanpas-
singen programmeren.
60
40
20
0
fig. 8
60
40
20
0
fig. 9
60
40
20
0
fig. 10
NL
80
100
120
80
100
120
80
100
120
89

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido