•
Schakel het toestel uit als het niet wordt ge-
bruikt.
•
Draag handschoenen.
Voorzichtig!
Restrisico's
Er blijven altijd restrisico's over ook al wordt
dit elektrisch gereedschap naar behoren be-
diend. Volgende gevaren kunnen zich voordo-
en in verband met de bouwwijze en uitvoe-
ring van dit elektrisch gereedschap:
1. Longletsels indien geen gepaste stofmasker
wordt gedragen.
2. Gehoorschade indien geen gepaste gehoor-
beschermer wordt gedragen.
3. Oogletsel als de veiligheidsbril niet wordt ge-
bruikt.
5. Vóór inbedrijfstelling
Het apparaat wordt geleverd zonder accu´s
en zonder lader!
Volg de gebruiksaanwijzing stap voor stap en kijk
bij de montage goed naar de afbeeldingen.
5.1 Wielen aan standvoet monteren (afb. 3-6)
Schuif een vulring (pos. 19), wiel (pos. 8) en nog
een vulring (pos. 19) op de as (pos. 11a). Duw
vervolgens het rechte stuk van de wielvergrende-
ling (pos. 18) door het asgat (pos. 11b) en borg
zo het wiel. Monteer het tweede wiel op dezelfde
manier.
5.2 Wieldoppen monteren (afb. 7)
Zet de wieldoppen (pos. 9) zo op de wielen (pos.
8) dat de clips (afb. 2/pos. 9a) van de wieldoppen
en de uitsparingen (afb. 2/pos. 8a) van de wielen
op elkaar liggen. Druk de wieldoppen op de wie-
len.
5.3 Standvoet aan strooigoedbak monteren
(afb. 8)
Steek de standvoetbuizen (pos. 11b) in de
houders (pos. 7a) en schroef ze vast met de
schroeven (pos. 22).
Anl_GE_SR_18_22_Li_SPK13.indb 85
Anl_GE_SR_18_22_Li_SPK13.indb 85
NL
5.4 Afstandhouder aan buis monteren (afb. 9)
Aanwijzing! Zorg ervoor dat de afstandhouders
(pos. 13) in de juiste richting zitten! De kabelge-
leiders (pos. 13b) moeten zich aan de rechterkant
bevinden!
Schuif de afstandhouders (pos. 13) op de twee
buizen (pos. 4) en schroef ze met de schroeven
(pos. 22) vast aan de buizen (pos. 4).
5.5 Buizen aan de strooigoedbak monteren
(afb. 10-11)
Aanwijzing! Zorg ervoor dat de schroeven in de
juiste richting zitten!
Steek beide buizen (pos. 4) in de buishouders
(pos. 7b) en schroef ze vast met de M6-
schroeven, vulring en dopmoer (pos. 21).
5.6 Handgreep aan de buis monteren
(afb. 12-13)
Steek de buishouders (pos. 1c) van de bedie-
ningseenheid in beide buizen (pos. 4), plaats de
tegenstukken (pos. 1b) erover en schroef ze met
de schroeven (pos. 20) vast aan de bediening-
seenheid (pos. 1).
5.7 Bowdenkabel verbinden (afb. 14-16)
Schroef het onderste (pos. 6a) en bovenste (pos.
6b) deel van de bowdenkabel stevig aan elkaar.
Zorg ervoor dat de bowdenkabel (pos. 6) en de
verbindingsleiding (pos. 5) netjes in de kabelge-
leiders (afb. 9/pos. 13b) liggen.
5.8 Montage van de accu (afb. 17)
Aanwijzing: het accuvakdeksel sluit vanzelf en
wordt dicht gehouden door magneten.
Plaatsen: open het accuvakdeksel (pos. 16) en
steek de accu in de accuhouder.
Verwijderen: open het accuvakdeksel (pos. 16),
druk op de vergrendelknop (pos. C) van de accu
en trek hem eruit.
5.9 Accu laden (afb. 18)
1. Accupack uit het apparaat nemen. Daarvoor
de grendelknop indrukken.
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
typeplaatje overeenstemt met de beschikbare
netspanning. Steek de netstekker van de la-
der in het stopcontact. De groene LED begint
te knipperen.
3. Steek de accu op de lader.
4. Onder punt 'Indicatie lader' vindt u een tabel
met de betekenissen van de LED-indicatie
aan de lader.
- 85 -
16.11.2023 09:05:23
16.11.2023 09:05:23