• Eerste gebruik: Zet de luchtbevochtiger voor gebruik een half uur op kamertemperatuur.
• Het wordt aanbevolen om de luchtbevochtiger te gebruiken bij een temperatuur van
20 °C, relatieve vochtigheid minder dan 80% RV.
• Gebruik schoon water dat niet warmer is dan 40 °C.
• Controleer de watertank, zorg ervoor dat deze schoon is.
1. Plaats de luchtbevochtiger op een vlakke ondergrond.
2. Verwijder de bovenklep, vul het waterreservoir en plaats de bovenklep terug. Of haal het
waterreservoir eruit om het te vullen en plaats het terug op de hoofdbasis.
3. Controleer of de nominale spanning overeenkomt met de ingangsspanning en sluit deze
aan op het stopcontact. Daarna licht het display op en klinkt er een pieptoon. Een sec-
onde later wordt het display uitgeschakeld, alleen het rode symbool wordt ON weerge-
geven
en de luchtbevochtiger gaat in de standby-toestand.
4. Raak het POWER-symbool aan
waterreservoir gaan ondertussen branden. De luchtbevochtiger begint te werken in de
AUTO-modus, met een display met het AUTO-symbool
onden later toont het display de huidige temperatuur en verandert dan in vochtigheid.
De temperatuur- en vochtigheidsweergave zullen elke minuut veranderen.
• De luchtbevochtiger bepaalt de bedrijfsvochtigheid op basis van de huidige temperatuur,
zoals weergegeven in de onderstaande tabel.
Luchttemperatuur,
graden Celsius
Vochtigheid (%)
5. Constante luchtvochtigheid: raak het VOCHTIGHEID-symbool aan
vochtigheidsbereik selecteren van 30% RH tot 75%. Eén keer tikken, wordt voor elke tik
met 5% RV verhoogd. Wanneer het 75% bereikt, raakt u opnieuw aan, het zal "-" weer-
geven en de luchtbevochtiger keert terug naar de AUTO-modus.
6. Na het instellen van de gewenste luchtvochtigheid houdt de luchtbevochtiger het ge-
heugen vast en bevestigt dit door 3 seconden te knipperen. Zodra het display verandert
om de huidige vochtigheid weer te geven, betekent dit dat de instelling is voltooid, "%"
op het display zal langzaam knipperen.
• Wanneer de luchtvochtigheidsinstelling tussen 1% RH ~ 9% RH hoger is dan de huidige
luchtvochtigheid, zal de stoomafgiftesnelheid draaien op de laagste (eerste) snelheid.
• Als de ingestelde luchtvochtigheid 10% RH ~ 15% RH hoger is dan de huidige lucht-
vochtigheid, draait de stoomsnelheid op de middelste snelheid (de derde).
• Als de ingestelde luchtvochtigheid meer is dan 15% RH dan de huidige luchtvochtigheid,
gebruikt de waterdampuitlaatsnelheid de hoogste snelheid (de vijfde).
• Als de huidige luchtvochtigheid hoger is dan de luchtvochtigheidsinstelling, gaat de
luchtbevochtiger in slaap. Zodra de huidige luchtvochtigheid 3% RH lager is dan de in-
gestelde luchtvochtigheid, keert de luchtbevochtiger terug naar de vorige werkmodus
totdat er een tekort aan water is.
De afvoersnelheid van de waterdamp is instelbaar onder de constante vochtigheidsfunctie.
7. Nachtstand: Houd het VOCHTIGHEID-symbool ingedrukt
indicatielampje en het watertankdisplay uit te schakelen, alleen het rode AAN / UIT-symbool
wordt weergegeven. Druk op een willekeurig symbool om het licht en het display te activeren.
8. Timer: Er zijn 12 timerinstellingen: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 uur. Raak het TIMER-sym-
bool aan
, zal het LED-display achtereenvolgens de timerinstelling van 01-12 weergeven,
bijvoorbeeld "1H". Wacht 3 seconden als u klaar bent met het instellen van de timer. Als de
timer stopt met knipperen, betekent dit dat de timerinstelling is bevestigd.
GEBRUIKSAANWIJZING
, de schermachtergrond en het indicatielampje van het
≤19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 ≥37
65 60 58 57 55 53 50 48 45 43 40 38 36 35 34 32 31 30 25
en huidige vochtigheid. 10 sec-
, kunt u het
2 seconden ingedrukt om het
NE D E RL ANDS
57