Plakken
Vraag
» De booglente niet correct.
» Las parameters niet correct.
» Wijze van lassen niet correct.
» Te lassen werkstukken zijn te groot.
» Lasboog niet regelmatig.
Inkartelingen
Vraag
» Las parameters niet correct.
» De booglente niet correct.
» Wijze van lassen niet correct.
» Onvoldoende bescherm gas.
Oxidatie
Vraag
» Onvoldoende bescherm gas.
Poreusheid
Vraag
» Smeer, lak, roest of stof op het las werkstuk.
» Smeer, lak, roest of stof op het lasmateriaal.
» Vocht in het lasmateriaal.
» De booglente niet correct.
» Aanwezigheid van vocht in het gas.
» Onvoldoende bescherm gas.
» Het lasbad stolt te snel.
Warmte scheuren
Vraag
» Las parameters niet correct.
» Smeer, lak, roest of stof op het las werkstuk.
» Smeer, lak, roest of stof op het lasmateriaal.
» Wijze van lassen niet correct.
» Werkstukken met verschillende eigenschappen.
MEEST VOORKOMENDE VRAGEN EN OPLOSSINGEN
Oplossing
» Vergroot de afstand tussen de elektrode en het werkstuk.
» Verhoog het las voltage.
» Verhoog de las stroom.
» Verhoog het las voltage.
» Toorts schuiner houden.
» Verhoog de las stroom.
» Verhoog het las voltage.
» Verhoog de inductie waarde.
Oplossing
» Verlaag de lasstroom.
» Gebruik een elektrode met een kleinere diameter.
» Verminder de afstand tussen de elektrode en het werkstuk.
» Verminder het voltage om te lassen.
» Verlaag de laterale oscillatiesnelheid bij het vullen.
» Voortgangsnelheid lassen verlagen.
» Gebruik voor het lassen materiaal geschikt gas.
Oplossing
» Pas de gasstroom aan.
» Controleer of de gasverdeler en het gasmondstuk in goede staat
zijn.
Oplossing
» Maak de stukken grondig schoon alvorens ze te lassen.
» Gebruik altijd kwaliteitsproducten en materialen.
» Houdt het lasmateriaal altijd in perfecte staat.
» Gebruik altijd kwaliteitsproducten en materialen.
» Houdt het lasmateriaal altijd in perfecte staat.
» Verminder de afstand tussen de elektrode en het werkstuk.
» Verminder het voltage om te lassen.
» Gebruik altijd kwaliteitsproducten en materialen.
» Controleer of de gastoevoer in goede staat is.
» Pas de gasstroom aan.
» Controleer of de gasverdeler en het gasmondstuk in goede staat
zijn.
» Voortgangsnelheid lassen verlagen.
» Verwarm de te lassen delen voor.
» Verhoog de las stroom.
Oplossing
» Verlaag de lasstroom.
» Gebruik een elektrode met een kleinere diameter.
» Maak de stukken grondig schoon alvorens ze te lassen.
» Gebruik altijd kwaliteitsproducten en materialen.
» Houdt het lasmateriaal altijd in perfecte staat.
» Volg de juiste werkmethode voor het betreffende las werk.
» Eerst bufferlaag aanbrengen.
195
NL