Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
• Verwijder het verpakkingsmateriaal evenals de ver-
pakkings- en transportbeveiligingen (indien voorhan-
den).
• Controleer of de inhoud van de levering volledig is.
• Controleer het product en de hulpstukken op trans-
portschade. Meld eventuele schade direct bij het
transportbedrijf dat het product heeft bezorgd. Recla-
maties op een later tijdstip worden niet erkend.
• Bewaar de verpakking indien mogelijk tot na het ver-
strijken van de garantietijd.
• Maak u voor aanvang van de werkzaamheden bekend
met het product aan de hand van de gebruikshandlei-
ding.
• Gebruik bij accessoires alsook slijtage- en reserveon-
derdelen uitsluitend originele onderdelen. Reserveon-
derdelen zijn verkrijgbaar bij de leverancier.
• Geef bij bestellingen onze artikelnummers alsook type
en bouwjaar van het product aan.
8
Montage
GEVAAR
Gevaar voor letsel!
Als een onvolledig gemonteerd product wordt gebruikt,
kan dit ernstig letsel veroorzaken.
–
Gebruik het product pas nadat het volledig gemon-
teerd is.
–
Voor elk gebruik een visuele inspectie uitvoeren om
te controleren of het product compleet is en geen
beschadigde of versleten onderdelen bevat. Veilig-
heids- en veiligheidsinrichtingen moeten intact zijn.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel!
Neem de accu voor alle werkzaamheden aan het elek-
trische gereedschap (bijv. onderhoud, werktuigwissel
etc.) alsook bij het transport en het bewaren uit het
elektrische gereedschap. Bij onvoorzien indrukken van
de aan/uit-schakelaar bestaat gevaar voor letsel.
WAARSCHUWING
Zorg er altijd voor dat het inzetgereedschap correct is
aangebracht!
• Plaats het product op een vlak, recht oppervlak.
8.1
Monteer het kettingzwaard (16) en
de zaagketting (17) (afb. 2-5)
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel bij het hanteren van de
zaagketting of het zwaard!
–
Draag snijbestendige handschoenen.
LET OP
Stompe messen overbelasten het product! Gebruik het
product niet met een defecte of overmatig versleten
snij-inrichting.
88 | NL
Aanwijzingen:
• Een nieuwe zaagketting rekt op en moet vaker wor-
den opgespannen. Controleer de kettingspanning re-
gelmatig na elke snede en stel deze zo nodig bij.
• Gebruik alleen zaagkettingen en zaagbladen die voor
dit product ontworpen zijn.
VOORZICHTIG
Een verkeerd gemonteerde zaagketting leidt tot onge-
controleerd zaaggedrag van het product!
Let bij het monteren van de zaagketting op de voorge-
schreven looprichting!
Het kan nodig zijn om de zaagketting opzij te kantelen om
de kettingzaag te monteren.
1. Draai het kettingspanwiel (18) tegen de klok in om de
kettingwielafdekking (21) te verwijderen.
2. Leg de zaagketting (17) in een lus zodat de snijkanten
rechtsom uitgelijnd zijn. Volg de symbolen (pijlen) bo-
ven het zaagketting (17) om de zaagketting (17) uit te
lijnen.
3. Steek de zaagketting (17) in de groef van het ketting-
zwaard (16).
4. Steek het kettingzwaard (16) in de geleidepen (23) en
de tapbout (24). De geleidebout (23) en de tapbout
(24) moeten in het sleufgat op het kettingzwaard (16)
geplaatst worden.
5. Leid de zaagketting (17) rond het kettingwiel (22) en
controleer de uitlijning van de zaagketting (17).
6. Plaats de beschermkap van het kettingwiel (21) weer
terug. Let op dat de groef op de kettingwielafdekking
(21) in de uitsparing op de motorbehuizing zit.
7. Draai het kettingspanwiel (18) met de hand rechtsom.
8. Controleer de passing van de zaagketting (17) nog-
maals en span de zaagketting (17) zoals beschreven
onder Zaagketting (17) spannen (afb. 5, 6),
88 beschreven.
8.2
Zaagketting (17) spannen (afb. 5, 6)
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel door wegspringende zaag-
ketting!
Een onvoldoende gespannen zaagketting kan tijdens
het gebruik losraken en letsel veroorzaken.
–
Controleer regelmatig de spanning van de zaagket-
ting.
–
De zaagkettingspanning is te laag als de aan-
drijfschakels uit de groef aan de onderkant van het
geleideblad komen.
–
Versterk de zaagketting goed als de zaagket-
tingspanning te laag is.
1. Draai het kettingspanwiel (18) rechtsom zodat de
zaagketting (17) gespannen wordt.
De zaagketting (17) mag niet doorhangen, maar moet
in het midden van het kettingzwaard 1-2 millimeter
van het kettingzwaard (16) getrokken kunnen worden.
2. Draai de zaagketting (17) met de hand om te controle-
ren of deze goed loopt. Het moet vrij in het ketting-
zwaard (16) glijden.
www.scheppach.com
}
Pagina
Publicidad
