LUCHTONTVOCHTIGER
• Druk op de knop voor het instellen van de vochtigheid
(5) om deze functie te starten. Het display toont het
standaardniveau. Het standaardniveau is 40%.
• De luchtvochtigheid varieert van 40% tot 80%.
• Gebruik de selectieknoppen voor vochtigheid/tijd (3) om
het gewenste vochtigheidsniveau in te stellen. Elke keer
dat u drukt, wordt het vochtigheidspercentage met 5%
aangepast.
• Zodra u het gewenste vochtigheidspercentage hebt
bereikt, stopt u met het indrukken van de knoppen. Na
4 seconden stopt het lampje met knipperen en toont het
display (4) weer de omgevingsvochtigheid.
• Het apparaat werkt totdat de luchtvochtigheid in de kamer
2% lager is dan de gekozen waarde.
• Wanneer de luchtvochtigheid 2% hoger is dan het
geselecteerde vochtigheidsniveau, begint het apparaat
weer te werken.
VENTILATORSNELHEID
• Selecteer de gewenste ventilatorsnelheid (hoog of laag)
door op de ventilatorsnelheidsknop (7) te drukken.
• Het controlelampje geeft aan welke snelheid is
geselecteerd.
TIJDFUNCTIE
• Deze functie kan gebruikt worden wanneer de
luchtontvochtiger aan staat of in standby modus staat.
• Wanneer de luchtontvochtiger aan staat, kan de
gebruikstijd geprogrammeerd worden.
• Als de luchtontvochtiger uit staat, kan deze
geprogrammeerd worden om automatisch aan te gaan als
de ingestelde tijd bereikt is.
• Druk op de tijdknop (6) om deze functie te activeren.
• Het displayscherm (4) toont de geselecteerde tijd.
• Stel de gewenste tijd in door zo vaak als nodig op de
vochtigheids-/tijdkeuzeknoppen (3) te drukken (1-24u).
• Elke keer dat je drukt, wordt de tijd een uur aangepast.
• Zodra je de gewenste tijd hebt bereikt, stop je met op de
knop te drukken. Na 5 seconden wordt de ingestelde tijd
bevestigd.
• Het lampje boven de timerknop gaat branden.
• Deze functie wordt geannuleerd wanneer de
luchtontvochtiger handmatig aan/uit wordt gezet, of
wanneer het waterreservoir vol is.
AFVOER (WATERTANK)
• Als de watertank vol is, gaat de indicator voor volle tank
branden.
• Het apparaat maakt ook een zoemgeluid om de gebruiker
te waarschuwen.
• Als de watertank vol is, stopt de werking.
• Ga verder met het verwijderen van de watertank.
Plaats een hand aan elke kant van de inzinking om het
waterreservoir voorzichtig te verwijderen.
• Giet het water eruit.
• Plaats het reservoir terug in het apparaat om de
luchtontvochtiger opnieuw te starten.
DRAINAGE (CONTINUE DRAINAGE)
• Als je het waterreservoir niet elke keer wilt legen
als het vol is, kun je de meegeleverde afvoerbuis (I)
(binnendiameter 10 mm) aansluiten op de afvoeruitlaat
(G) om het water continu af te voeren.
• De onderkant van de waterleiding moet meer dan 10 cm
lager zijn dan de hoogte van de wateruitlaat.
• Het uiteinde van de pijp mag niet in het water blijven. Het
is sterk aanbevolen om het op een plaats te installeren
waar het water constant weg kan lopen.
• De waterleiding moet glad gehouden worden, anders kan
het water niet goed weglopen.
ZODRA HET APPARAAT IS GEBRUIKT
• Stop het apparaat met de aan/uit-knop.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Maak het apparaat schoon.
HANDGREPEN
• Dit apparaat heeft twee handgrepen aan de zijkanten van
de behuizing, waardoor het comfortabel vervoerd kan
worden.
SCHOONMAKEN
• Haal de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
• Reinig de elektrische apparatuur en de netaansluiting met
een vochtige doek met een paar druppels afwasmiddel en
droog daarna af. NIET ONDERDOMPELEN IN WATER
OF EEN ANDERE VLOEISTOF.
• Gebruik geen oplosmiddelen of producten met een
zure of basische pH-waarde, zoals bleekmiddel, of
schuurmiddelen om het apparaat schoon te maken.
• Laat geen water of andere vloeistoffen in de
ventilatieopeningen komen om schade aan de binnenkant
van het apparaat te voorkomen.
• Dompel het apparaat nooit onder in water of een andere
vloeistof en plaats het nooit onder stromend water.
• Als het apparaat niet goed schoon is, kan het oppervlak
achteruitgaan, wat de levensduur van het apparaat