3.4.
Werken met het apparaat
1) Sluit apparaat aan op de stroomvoorziening.
2) Schakel het apparaat in met de AAN/UIT-knop.
3) Stel de werksnelheid in met de knop "Snel/Stil":
"Snelle" modus is de bedrijfssnelheid bij 99% van het maximale vermogen (3000 tpm)
•
•
De stille modus is de snelheid van 50% van het maximale vermogen (1500 tpm).
4) Stel de gewenste druk in met de knoppen (omhoog) ▲ en (omlaag) ▼ .
•
Met één druk op de knop verandert de waarde met 0,05 MPa.
•
Als de ingestelde druk 1,2 MPa is en de werkelijke druk lager is dan 1 MPa, zal de
machine onmiddellijk starten.
5) Wanneer u klaar bent met werken met het apparaat, schakelt u het uit met de AAN/UIT-
knop.
NL