Het energiedistributiesysteem zonder de afstandsbediening gebruiken
De bedrijfsmodus zonder de afstandsbediening instellen:
1.
Door achtereenvolgens op de MODE knop te drukken worden de verschillende bedrijfsmodi op het energiedistributiesysteem
in de volgende volgorde ingeschakeld: SAFE-ON naar ECO-TIMER-ALL naar ECO-TIMER-CYCLE naar SAFE-OFF en herhalend
vanaf het begin.
2.
De MODE-indicatorlampjes geven de bedrijfsmodus van het energiedistributiesysteem aan:
a. In de SAFE-ON modus brandt het SAFE ON-indicatorlampje voortdurend.
b. In de ECO-TIMER-ALL modus, flitst het TIMER ALL-indicatorlampje het aantal keer waarop de timer ingesteld is. Bijv. drie
flitsen geeft de instelling van 3 uur aan.
c. In de ECO-TIMER-CYCLE modus, flitst het CYCLE ALL-indicatorlampje het aantal keer waarop de ingestelde timer ingesteld
is. Bijv. één flits geeft de instelling van 1 uur aan.
NB: Het stopcontact indicatorlampje geeft aan welk stopcontact INGESCHAKELD is:
• Als het stopcontact UITGESCHAKELD is, is het stopcontact indicatorlampje UIT.
• Als het stopcontact INGESCHAKELD is, is het stopcontact indicatorlampje AAN.
d. In de SAFE-OFF modus zijn alle drie MODE-indicatorlampjes UIT.
De tijdsduur instellen in ECO-TIMER-ALL of ECO-TIMER-CYCLE modi
1.
Als het energiedistributiesysteem in de ECO-TIMER-ALL modus staat kan de tijdsduur
veranderd worden door de MODE-knop op het energiedistributiesysteem gedurende 3
seconden ingedrukt te houden.
2.
Nadat er 3 seconden verlopen zijn zal het TIMER ALL-indicatorlampje snel flitsen.
3.
Door de MODE knop ingedrukt te houden wordt de volgende cyclus voor de tijdsduur
doorgelopen waarbij er tussen iedere optie een pauze van 3 seconden is:
• 1 uur (indicatorlampje 1e stopcontact brandt),
• 2 uur (indicatorlampje 2e stopcontact brandt),
• 3 uur (indicatorlampje 3e stopcontact brandt),
• 4 uur (indicatorlampje 4e stopcontact brandt) en herhalend vanaf het begin.
4.
Laat de MODE knop los bij de gewenste tijdsduur: bijv., als u wilt dat de ECO-TIMER-ALL
gedurende 2 uur oplaadt, laat u de MODE knop los als het indicatorlampje van het 2e
stopcontact brandt.
5.
Het TIMER ALL-indicatorlampje flitst het aantal keer dat overeenkomt met het aantal uur dat
ingesteld is: bijv. twee flitsen geeft een instelling van 2 uur aan.
6.
De ingestelde timer blijft van kracht bij stroomuitval.
Veiligheidsinstructies
Voor uw veiligheid dient het energiedistributiesysteem weggegooid te worden als de behuizing beschadigd is. Om het risico op
brand, elektrische schok en/of letsel te beperken dienen de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen gevolgd te worden:
•
Dit apparaat is niet bedoeld om gebruikt te worden door personen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke, sensorische
en geestelijke capaciteiten of die een gebrek aan ervaring en kennis hebben tenzij ze onder toezicht staan of instructies
betreffende het gebruik van het apparaat ontvangen hebben van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
•
Houd toezicht op kinderen om ervoor te zorgen dat ze niet met dit apparaat spelen.
•
Uitsluitend voor gebruik binnenshuis. Houd verwijderd van water of vocht. Stel de apparaten nooit bloot aan regen of
gevaarlijke gassen.
•
Niet overbelasten.
•
Voordat u dit apparaat gebruikt dient u te controleren dat de elektrische apparaten juist en deugdelijk aangesloten en
geïnstalleerd zijn in overeenstemming met de vereisten voor die apparaten.
•
Gebruik geen apparaat met een beschadigd snoer of stekker.
•
Probeer dit apparaat niet te repareren, demonteren of aan te passen. Er zitten geen onderdelen in die door de gebruiker
onderhouden moeten worden.
•
Gebruik het product niet voor een ander doel dan waarvoor het bedoeld is.
•
Houd de voedingskabel uit de buurt van plaatsen met veel verkeer en zorg ervoor dat er niet gestruikeld over kan worden.
•
Dit apparaat kan tijdens het gebruik warm zijn. Houd het apparaat op een droge en koele locatie en dek het niet af.
•
Hoewel de stopcontacten UITGESCHAKELD zijn wordt dit apparaat ingeschakeld als de netvoeding wordt aangesloten en
et
ingeschakeld is.
eem
erd.