NEDERLANDS
Bediening
Bedieningspaneel
A
Temperatuurinstelknop
A
-
Temperatuur indicators instellen
1
4
Opmerking: Gebruik geen scherpe voorwerpen om
het bedieningspaneel te bedienen. Deze kunnen
krassen op het bedieningspaneel maken of het
beschadigen.
Inschakelen
Zodra u de stekker in het stopcontact steekt, wordt
het apparaat ingeschakeld en begint het te werken.
Display
Nadat u de stekker in het stopcontact hebt gestoken,
gaan alle lampjes 3 seconden lang branden. Daarna
gaan alle lampjes uit, behalve de 4 °C -indicator (
en begint de compressor te draaien.
Bij een storing van de temperatuursensor knipperen
de desbetreffende lampjes.
Indicatorstatus
De 2 °C and 3 °C
indicators (
en
)
4
3
knipperen.
De 2 °C and 6 °C
indicators (
en
)
4
1
knipperen.
De 2 °C and 4 °C
indicators (
en
)
4
2
knipperen.
Opmerking: Als er een knipper storing is, bel dan het
servicecentrum.
De temperatuur Instellen
Aanbevolen temperatuur
Koelkastcompartiment: +4 °C (fabrieksinstelling)
Vriescompartiment: –18 °C
• U kunt de temperatuur van het
koelkastcompartiment instellen met het
bedieningspaneel.
• U kunt de temperatuur van het vriesvak
niet rechtstreeks instellen. Maar hoe kouder
het koelkastcompartiment, hoe kouder het
vriescompartiment.
4
3
2
1
Fout
Storing temperatuursensor
koelkast
Storing temperatuursensor
omgeving
Storing van de
ontdooitemperatuursensor
van de koelkast
De volledige versie op www.ikea.com downloaden
• Wanneer het apparaat voor het eerst wordt
aangesloten, wordt de temperatuur ingesteld op
4 °C. Wanneer u het apparaat opnieuw aansluit of
inschakelt, wordt de laatst ingestelde temperatuur
hersteld.
Om de temperatuur in te stellen, drukt u een of
meerdere keren op de temperatuurinstelknop
totdat de indicator voor de gewenste ingestelde
temperatuur oplicht. Het apparaat werkt binnen
15 seconden op de nieuwe ingestelde temperatuur.
2 °C
Tips:
• Hoe lager de ingestelde temperatuur, des te langer
u uw voedsel veilig kunt bewaren en hoe meer
elektriciteit het apparaat verbruikt.
• Hoe hoger de ingestelde temperatuur, des te
sneller uw opgeslagen voedsel bederft en hoe
minder elektriciteit het apparaat verbruikt.
)
2
Superkoelstand
Opmerking: De superkoelfunctie is speciaal
ontworpen om net geplaatst voedsel in het
koelkastcompartiment snel te koelen. Als u een
aanzienlijke hoeveelheid warm voedsel hebt, zoals
na het boodschappen doen, dan is het aan te raden
om de superkoelfunctie te aan te zetten. Op die
manier kunt u de producten snel laten afkoelen
en de temperatuurstijging verminderen, waardoor
alle andere voedingsmiddelen in de koelkast langer
houdbaar blijven.
• Om het apparaat in de superkoelstand te zetten,
houdt u de temperatuurinstelknop
ingedrukt. Zowel de 2 °C als de 3 °C -indicator (
en
) gaan branden en het apparaat schakelt na
3
15 seconden over naar de superkoelstand.
• Het apparaat verlaat de superkoelstand
automatisch na 6 uur. Om deze modus eerder te
verlaten, drukt u op de temperatuurinstelknop
Supervriesstand
Opmerking: De supervriesfunctie is ontworpen
om de voedingswaarde van voedsel in het vriesvak
te behouden. Deze functie vriest het voedsel in de
kortste tijd in. Als een grote hoeveelheid voedsel in
één keer wordt ingevroren of als het voedsel snel
moet worden ingevroren, dan is het raadzaam om de
supervriesfunctie in te schakelen en het voedsel erin
te plaatsen. De vriessnelheid van het vriesvak zal op
dit moment worden verhoogd. Het energieverbruik
verhoogt terwijl de functie AAN is.
• Om het apparaat in de supervriesstand te zetten,
houdt u de temperatuurinstelknop
3 °C
4 °C
A
A
41
A
6 °C
3 seconden
4
.
A
5 seconden