• Geef bij bestellingen onze artikelnummers alsook
type en bouwjaar van het apparaat aan.
m LET OP!
Het apparaat en verpakkingsmateriaal zijn geen
kinderspeelgoed! Kinderen mogen niet met plas-
tic zakken, folies en kleine onderdelen spelen! Er
bestaat gevaar voor inslikken en verstikkingsge-
vaar!
8. Montage (afb. 3)
Installeer beide montagebeugels (1) met een pijp die
overeenkomt met twee keer de nominale belasting van
de staaldraadtakel met 4 zeskantschroeven, 4 sluitrin-
gen.
De afmetingen van de pijp moeten overeenkomen met
de grootte van de montagebeugels.
Raadpleeg een specialist.
Rol: dubbele laadcapaciteit (afb. 4, 5)
Met de geleidrol (13) en de extra haak (14) wordt de
dubbele laadcapaciteit bereikt.
Bovendien moet de geleiderol (13) worden gemon-
teerd met de extra haak (afb. 4).
De stevig gemonteerde haak (7) moet worden opge-
hangen in de montageopening (8).
Hierdoor wordt de laadcapaciteit verdubbeld en wordt
de lading gehesen door twee staaldraadkabels (4).
(afb. 5)
9.
Ingebruikname
Verwijder de kleefband van de draadkabel
1.
Controleer de volgende functies voordat u start:
2.
Duw de drukknop (10) omhoog, de kabel wordt
opgetild
3.
Duw de drukknop omlaag, de kabel wordt omlaag
gebracht
4.
Duw op de noodstopschakelaar (9). De draadkabel
komt tot stilstand
5.
Laat de noodstopschakelaar (9) los (rechtsom
draaien), De staaldraadtakel is klaar voor gebruik
Controleer of de staaldraadtakel correct is opge-
rold op de trommel en of er geen afstand is tussen
de slagen. (Zie afb.6)
6.
Controleer de aanslagschakelaar wanneer u de
staaldraadtakel hijst, op de maximale hoogte van
de automatische stophendel (6).
7.
Controleer de aanslagschakelaar wanneer u de
staaldraadtakel loslaat, op maximale takellengte.
(Schakelt automatisch uit)
Besteed aandacht aan het feit dat de lading correct
wordt bevestigd aan de haak of de extra haak.
Controleer of de draadkabel gespannen is wanneer u
de ladingen hijst.
Til de lading op bij de laagste snelheid.
Blijf altijd op een afstand wanneer u de ladingen hijst.
Laat hangende ladingen nooit onbewaakt achter.
De motor is uitgerust met een thermostaatschakelaar.
Als deze tijdens het gebruik tot stilstand komt, moet u
wachten tot de motor is afgekoeld.
10. Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar
aangesloten. De aansluiting voldoet aan de rele-
vante VDE- en DIN-voorschriften. De netaanslui-
ting van de klant en het gebruikte verlengsnoer
moeten eveneens aan deze voorschriften voldoen.
Defecte elektrische aansluitkabel
Bij elektrische aansluitkabels treedt vaak schade aan
de isolatie op.
Mogelijke oorzaken zijn:
• Versleten plekken, als aansluitkabels door venster-
of deuropeningen worden geleid.
• Knikken door een onvakkundige bevestiging of ge-
leiding van de aansluitkabel.
• Snijplekken omdat over de aansluitkabel is gereden.
• Beschadigde isolatie omdat de stekker uit het stop-
contact is getrokken.
• Scheuren door veroudering van de isolatie.
Dergelijke defecte elektrische aansluitkabels mogen
niet worden gebruikt en zijn levensgevaarlijk als de iso-
latie is beschadigd.
Controleer de elektrische aansluitkabels regelmatig op
schade. Let erop dat bij het controleren de aansluitka-
bel niet op het elektriciteitsnet is aangesloten.
Elektrische aansluitkabels moeten aan de relevante
VDE- en DIN-voorschriften voldoen. Gebruik uitslui-
tend snoeren met dezelfde aanduiding.
Op de aansluitkabel moet de typeaanduiding vermeld
staan.
Aansluitingen en reparaties van de elektrische uitrus-
ting mogen uitsluitend door een elektromonteur wor-
den uitgevoerd.
www.scheppach.com
NL | 43