1.3 Maak het bovenste deel van de voorgevormde binnenvoering los (Afb.26), plaats
vervolgens de rest van de voering weer correct in het wangkussen.
Het wordt aangeraden om het verwijderde deel van de voering te bewaren om
eventueel later opnieuw te gebruiken.
1.4 Monteer de binnenvoering in expansieschuim in de wangkussens (zie eerdere
aanwijzingen).
1.5 Monteer het wangkussen weer volledig in de helm (zie eerdere aanwijzingen).
1.6 Herhaal dezelfde handelingen met de voering van het rechter wangkussen.
2
SLUITING RUIMTE VOOR BRIL
2.1 Verwijder het linker wangkussen uit de helm (zie eerdere aanwijzingen).
2.2 Haal de binnenvoering in expansieschuim uit de wangkussens (zie eerdere aanwij-
zingen).
2.3 Plaats het eerdere verwijderde deel van de voering op de juiste wijze in de stoffen
bekleding van het wangkussen (Afb.26).
2.4 Monteer het wangkussen weer volledig in de helm (zie eerdere aanwijzingen).
2.5 Herhaal dezelfde handelingen met de voering van het rechter wangkussen.
WINDSCHERM ( WIND PROTECTOR )
(Als standaard of als accessoire/vervangingsonderdeel verkrijgbaar)
Dit accessoire zorgt voor betere prestaties van de helm bij gebruik in bijzondere om-
standigheden. Het windscherm (Wind Protector) vermindert onaangename infiltratie
van lucht van onder de kin.
Zie Afb.27 voor de montage en demontage.
VENTILATIESYSTEEM
Het ventilatiesysteem van de helm bestaat uit:
Kinventilatie
Zorgt voor de ventilatie bij de mond en stuurt de lucht direct naar het vizier zodat het
minder beslaat.
Zie Afb. 28 voor het openen en sluiten.
Topventilatie
Zorg voor ventilatie aan de bovenkant van het hoofd, ook bij lage snelheid.
Zie Afb.29 voor het openen en sluiten.
Ventilatie aan de achterkant
Hierdoor wordt warme, muffe lucht afgevoerd, wat zorgt voor optimaal comfort in de
helm (Afb.30).
N120-1
91
INSTRUCTIES