PROBLEMEN?
HET VOERTUIG FUNCTIONEERT NIET?
• Controleer of er geen kabels loszitten onder de
plaat van het gaspedaal.
• Controleer de werking van de drukknop van het
gaspedaal en vervang hem eventueel.
• Controleer of de accu verbonden is met het
elektrische systeem.
HET VOERTUIG HEEFT GEEN VERMOGEN?
• Laad de accu's op. Als het probleem na het opladen
nog steeds bestaat, moeten de accu en de
accuoplader worden gecontroleerd bij een
assistentiecentrum.
ASSISTENTIEDIENST
PEG PEREGO biedt een after-sales
assistentieservice, rechtstreeks of via een netwerk
van erkende assistentiecentra, voor eventuele
reparaties of vervangingen en de verkoop van
originele vervangingsonderdelen.
Om contact op te nemen met een
assistentiecentrum, ga naar onze site
http://www.pegperego.com
Bij ieder contact heeft u het serienummer van het
artikel nodig. Raadpleeg de laatste afbeelding in
deze handleiding om het serienummer te
achterhalen.
MONTAGE-INSTRUCTIES
LET OP
ALLEEN VOLWASSENEN MOGEN DE
MONTAGEWERKZAAMHEDEN UITVOEREN.
LET OP WANNEER U HET VOERTUIG UIT DE
VERPAKKING HAALT.
ALLE SCHROEVEN EN KLEINE ONDERDELEN
ZITTEN IN EEN ZAKJE IN DE VERPAKKING.
DE ACCU ZOU AL IN HET ARTIKEL KUNNEN
ZITTEN.
Gebruik het speelgoed niet als het beschadigd blijkt
nadat de verpakking geopend is, maar wendt u tot
het verkooppunt of bel het assistentiecentrum.
Let op kinderen die aanwezig zijn tijdens de montage,
want er bestaan risico's vanwege de kleine
onderdelen (gevaar voor inslikken) en de plastic
zakjes waarin ze zijn verpakt (gevaar voor
verstikking).
Voor de montage van het speelgoed heeft u een
rechte en een kruiskopschroevendraaier, een hamer
en een tang nodig.
MONTAGE
1 • Schuif de handbeschermers op de stang. Let op:
de handbeschermer met merkteken DX (aan de
binnenkant) hoort aan de rechterkant van de
stang en de handbeschermer met SX hoort aan
de linkerkant. Let op: de afbeelding laat de
rechter handbeschermer zien, met merkteken
DX.
2 • Zet de handbeschermers vast met de
meegeleverde schroeven.
3 • Gebruik water en zeep (of een licht
smeermiddel) om de binnenkant van de rubberen
handgrepen een beetje vochtig te maken. Ze zijn
dan gemakkelijker aan te brengen op het stuur.
De handgrepen kunnen willekeurig rechts of links
aangebracht worden.
4 • Sluit de 2 connectoren van het stuur aan. Let op
dat de kabels in hun zitting worden geplaatst,
alvorens het stuur te monteren.
5 • Plaats het stuur op de stuurbuis, zorg dat de
gaten (A) samenvallen. Let op: om de montage
gemakkelijker te maken, een hand onder de
carrosserie houden, ter hoogte van de stuurbuis,
om zakken te voorkomen.
6 • Zet het stuur vast met de meegeleverde schroef
en moer. Let op: de moer moet in het zeshoekige
gat, en de schroef in het ronde gat.
7 • Druk het bovenste deel van de versnellingspook
op zijn plaats.
8 • Druk de veringen aan de voorzijde van het
onderdeel op hun plaats .
9 • Klik de ene vering vast met de bevestigingsclips.
Herhaal dit voor de andere. Let op: op de
afbeelding is de rechter vering te zien, met
merkteken DX.
10 • Haak het voorste stootblok vast aan de
carrosserie, bij positie A.
11 • Zet het stootblok vast op het frame, met de
twee meegeleverde schroeven.
12 • Plaats de uitlaatpijp aan de achterkant van het
voertuig, in de juiste richting, zoals te zien is op
de afbeelding.
13 • Zet de uitlaatpijp vast met de twee
meegeleverde schroeven.
14 • Breng de spiegelsticker aan die te vinden is in de
zak met stickers.
15 • Bevestig het achterlicht aan één zijde en draai
het naar beneden.
16 • Verwijder de plastic doppen van de stuurhendels.
17 • Plaats 2 grote metalen ringen op de stuurhendels
(één per kant).
18 • Schuif de 2 voorwielen (de smalste) op de
stuurhendels.
19 • Breng aan elke kant 1 klein metalen ringetje en 1
moer aan. Zet de 2 wielen vast met de
meegeleverde sleutel.
20 • Verwijder de plastic doppen van de ijzeren as.
Schuif de as door de gaten van de
motorreductor.
21 • Plaats de 2 drivers aan de binnenkant van elk
achterwiel en zorg dat de pinnen samenvallen
met de gaten in de wielen.
22 • Schuif 1 achterwiel op de as, totdat de vijfhoek
van de motorreductor in het wiel valt.
23 • Doe hetzelfde met het andere wiel, door hem op
de as aan de andere kant te schuiven.
24 • Breng 1 grote plastic ring, 1 kleine metalen ring
en de moer op elk van de twee delen van de as
aan die uit de wielen steken. Zet alles vast
gelijktijdig vast met de 2 meegeleverde sleutels (1
per kant).
25 • Druk de vier doppen op hun plaats.
26 • Draai de grendel achter de zitting in positie A.
(A: zitting ontgrendeld; B: zitting vergrendeld).
Verwijder de zitting.
27 • Verbind de accustekker met de stekker van het
elektrisch systeem van het voertuig.
28 • Zet de zitting terug, schuif de lipjes aan de
voorkant in de gaten op de carrosserie. Zet de
zitting vast, door de grendel achter de zitting in
positie B te draaien. Het voertuig is nu klaar
voor gebruik. BELANGRIJK!: Laad de accu
volledig op vóór het eerste gebruik van het
voertuig.
VOERTUIGFUNCTIES EN
GEBRUIKSAANWIJZING
29 • A - knop voor inschakeling van de muziek
B - knop om de claxon te activeren
C - indicator van de laadstatus van de accu
D - MP3-ingang
E - START-knop
WAARSCHUWING: het licht en geluid worden
na 3 minuten van inactiviteit van het voertuig
uitgeschakeld. Om weer in te schakelen, drukt u
op de START-knop of op het gaspedaal.
30 • VERSNELLINGSPOOK. Het voertuig wordt
geleverd met twee voorwaartse
versnellingspoken en één achterwaartse
versnellingspook. WAARSCHUWING: Als het
voertuig uit de verpakking gehaald wordt, dan
werkt alleen één voorwaartse versnelling en de
achteruit. Om de tweede voorwaartse versnelling
te gebruiken, onderstaande instructies opvolgen.
31 • Schroef de grendel los.
32 • Draai de grendel in de volgende positie.
33 • Schroef de grendel weer vast. Alle versnellingen
zijn nu beschikbaar.
34 • ELEKTRISCH GASPEDAAL/REMPEDAAL. Houd
beide handen aan het stuur en druk het
gaspedaal in. Het voertuig rijdt met een snelheid
van 3,5 km/h (in de 1e versnelling) en 7,4 km/h
(in de 2e versnelling).
• De rem treedt automatisch in werking en laat
het voertuig stoppen, als de voet van het
gaspedaal afgehaald wordt.
35 • ACHTERUIT: anders dan bij de twee
voorwaartse versnellingen, moet de achteruit-
pook vastgehouden worden om achteruit te
kunnen rijden. Zodra de pook losgelaten wordt,
gaat hij terug in de 1e versnelling. Om achteruit
te kunnen rijden, de achteruit-pook naar voren
duwen en tegelijk het gaspedaal indrukken. Ver
genoeg achteruit gereden? Haal dan de voet van
het gaspedaal en laat de versnellingspook los.
ACCU VERVANGEN
LET OP: DE TEKENINGEN VAN DE ACCU'S
GELDEN SLECHTS BIJ BENADERING. UW ACCU
ZOU KUNNEN AFWIJKEN VAN HET AFGEBEELDE
MODEL. DIT IS NIET VAN INVLOED OP DE
GEÏLLUSTREERDE WERKWIJZEN VOOR HET
VERVANGEN EN OPLADEN.
36 • Maak de zitting open zoals hiervoor beschreven.
Schroef de accuhouder los. Haal de accu eruit.
37 • Maak de accustekker los van de stekker van het
elektrisch systeem van het voertuig en duw de
stekkers opzij, zoals te zien is op de afbeelding.
38 • Verwijder en vervang de accu. Plaats de
accuhouder terug en draai de schroef vast. Sluit
de stekkers weer aan. Plaats de zitting terug en
vergrendel.
ACCU OPLADEN
LET OP: HET OPLADEN VAN DE ACCU'S EN ALLE
WERKZAAMHEDEN OP HET ELEKTRISCHE
SYSTEEM MOGEN UITSLUITEND WORDEN
VERRICHT DOOR VOLWASSENEN.
DE ACCU KAN OOK WORDEN OPGELADEN
ZONDER HEM UIT HET SPEELGOED TE HALEN.
39 • Maak de zitting open zoals hiervoor beschreven.
Maak de accustekker (B) los van de stekker (A)
van het elektrisch systeem van het voertuig en
duw de stekkers opzij.
40 • Steek de netstekker van de accu-oplader in een
stopcontact. Volg de bijgesloten instructies op.
Sluit accustekker B aan op stekker C van de
accu-oplader.
41 • Zodra het opladen voltooid is, de netstekker van
de oplader uit het stopcontact trekken,
vervolgens stekker C losmaken van stekker B.
42 • Verbind accustekker B weer met stekker A
totdat ze vastklikken. Klaar? Denk er altijd aan
om de zitting te sluiten en te vergrendelen!