sel of een branddeken.
• Zet de hoofdschakelaar uit als u het product geduren-
de lange tijd niet gebruikt.
• Zorg ervoor dat de bedieningstoetsen van het appa-
raat altijd in de '0'-stand (uit) staan, als het apparaat
niet wordt gebruikt.
• De platen kunnen schuin gaan staan als ze eruit wor-
den getrokken. Mors geen heet voedsel wanneer u
dit uit de oven haalt.
• Plaats niets op de ovendeur als deze geopend is. Dit
kan de oven uit evenwicht brengen of de deur besc-
hadigen.
• Hang geen handdoeken, theedoeken of kleding over
het apparaat of de handgrepen.
1.5. tijdens het schoonmAken en onderhoud
• Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat
u reinigings- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
• Verwijder niet de bedieningstoetsen voor het reinigen
van het bedieningspaneel.
• Om de efficiëntie en de veiligheid van uw apparaat te
waarborgen, adviseren wij u om altijd originele onder-
delen te gebruiken en om indien nodig een beroep te
doen op onze erkende onderhoudsmonteurs.
• Probeer de kalkresten die zich op de bodem van de
oven kunnen vormen niet weg te schrapen. Anders
kan de bodem beschadigd raken.
• Om de kalk die zich op de bodem van de oven heeft
gevormd op te lossen, giet u na elke 2 of 3 keer geb-
ruik 200-250 ml witte azijn met een zuurgraad van
niet meer dan 6% op de bodem en wacht u 30 minu-
ten. Maak het daarna schoon met een vochtige doek.
NL - 8