GEBRUIK VAN UW WATERKOKER
1.
Open het deksel, giet eventueel resterend water van de vorige kookcyclus weg en vul het waterreservoir
met de gewenste hoeveelheid vers water.
N.B.: Vul niet boven het maximumniveau (de waterkoker heeft een markering voor het maximale
waterniveau), daar anders het water uit het mondstuk loopt bij het koken. Zorg ervoor dat het deksel goed
op zijn plaats zit voordat u het elektriciteitssnoer met het stopcontact verbindt.
Deze waterkoker is uitgerust met een overvulbeveiliging. Dit zorgt ervoor dat bij overvullen van de
waterkoker het water niet in contact komt met de elektrische onderdelen, zodat er geen onveilige
situaties kunnen ontstaan. In geval van overvulling wordt het water via de binnenkant van de waterkoker
geleid en verlaat het de waterkoker aan de onderkant, weg van het elektrische element.
2.
Steek de stekker in een stopcontact. Druk de knop naar beneden. Het indicatielampje gaat branden. Het
water gaat nu koken. De waterkoker zal automatisch uitschakelen als het water gekookt is. Het is op elk
moment mogelijk om de stroom te onderbreken door het omhoog drukken van de schakelaar.
N.B.: Zorg ervoor dat de schakelaar niet wordt belemmert end at het deksel tijdens het koken stevig
gesloten blijft. De ketel gaat niet uit als de schakelaar wordt belemmerd en als het deksel open staat kunt
u brandwonden oplopen.
3.
Zodra het water kookt, wacht 10 seconden voordat u water uitgiet om te voorkomen dat er hete stoom via
het deksel van de ketel naar buiten komt. Til de waterkoker op en schenk het water uit.
N.B.: wees voorzichtig bij het uitschenken van water uit de waterkoker, kokend water veroorzaakt
brandwonden.
4.
De waterkoker zal niet opnieuw gaan koken zolang de schakelaar niet naar beneden wordt gedrukt. Laat
altijd 30~40 seconden afkoelen voordat u opnieuw water kookt. Breng water dat meer dan 2 uur oud is
nooit opnieuw aan de kook.
N.B.: Controleer of de elektriciteit is uitgeschakeld als de waterkoker niet gebruikt wordt.
5.
Mocht u per ongeluk de waterkoker toch aanzetten zonder water, zal de droogkookbescherming het
apparaat automatisch uitschakelen. Indien dit gebeurt, de waterkoker eerst laten afkoelen voor deze te
vullen met koud water en opnieuw te gebruiken.
REINIGING EN ONDERHOUD
1.
Laat de ketel voorafgaand aan reiniging altijd eerst afkoelen en trek de stekker uit het stopcontact.
2.
De waterkoker of de snoeren nooit onderdompelen in water, of vocht in contact laten komen met deze
onderdelen.
Reinigen van de behuizing:
Veeg de behuizing schoon met een vochtige doek of een reinigingsdoek, gebruik nooit giftige
schoonmaakmiddelen.
De basis nooit reinigen door onderdompelen in water of een andere vloeistof.
Ontkalk het apparaat regelmatig, bij voorkeur 1 keer per maand. Als het water sterk kalkhoudend is, moet u
vaker ontkalken.
Voor het ontkalken van uw waterkoker kunt u gebruiken:
• witte natuurazijn (8%):
- vul de waterkoker met 1/2 liter azijn
- laat de azijn 1 uur koud inwerken
• citroenzuur:
- breng 1/2 liter water aan de kook
- voeg 25 g citroenzuur toe
- 9 -