Werking
Aansluiten:
Steek de stekker in het stopcontact. Een zoemend geluid geeft aan dat de kookplaat klaar is voor gebruik.
Inschakelen:
1. Druk na het inschakelen op de "ON/OFF"-toets. De LED-display geeft "ON" aan en de kookplaat gaat naar de stand-
bymodus.
2. Druk op de "FUNCTION"-toets om de kookplaat op 2000W te starten. Als je nogmaals op de "FUNCTION"-toets
drukt, wordt de temperatuur weergegeven (LED-display toont 240℃).
3. Je kunt het vermogens- of temperatuurniveau aanpassen met de "+" of "-" toetsen.
4. Er zijn 8 vermogensniveaus (W): 200/500/800/1100/1300/1500/1800/2000.
5. Er zijn 8 temperatuurniveaus (℃): 80/100/130/160/180/200/220/240.
Uitschakelen:
Druk in de aan-modus op de functietoets "ON/OFF" om de kookplaat uit te zetten.
Timerfunctie:
1. De timer loopt van 1 minuut tot 4 uur. Druk op de "TIMER"-toets en gebruik vervolgens de toetsen "+" of "-" om de
timer te verhogen of te verlagen. Als je de "+" toets ingedrukt houdt, wordt de timer 10 minuten langer en als je de
"-" toets ingedrukt houdt, wordt de timer 10 minuten korter. De timer wordt automatisch bevestigd na 5 seconden.
2. Als je nogmaals op de "TIMER"-toets drukt, wordt deze functie gewist.
3. Nadat je de timer hebt bevestigd, kun je deze resetten met stap 2.
4. Druk nogmaals op de "TIMER"-toets om de timerinstelling te annuleren.
5. Wanneer de timer afloopt, gaat de zoemer af en toont het LED-display "----."
Kinderslotfunctie:
1. Houd de "LOCK"-toets 3 seconden ingedrukt om het bedieningspaneel te vergrendelen, waardoor alle toetsen niet
meer beschikbaar zijn.
2. Om de vergrendeling te annuleren, druk je opnieuw 3 seconden op de "LOCK"-toets tot de vergrendelingsindicator
uitgaat. Het bedieningspaneel is dan ontgrendeld.
Gebruiksvoorwerpen
Te gebruiken pannen:
Pannen of potten van staal, gietijzer, geëmailleerd ijzer of roestvrij staal met een platte bodem en een diameter van 12
tot 22 cm.
Niet te gebruiken pannen:
Hittebestendig glas, keramische potten, koperen en aluminium pannen of potten. Vermijd pannen met een ronde
bodem of potten met een bodem met een diameter van minder dan 12 cm.