7. Geheugenplaats 5: Voer de code „315" in, gevolgd door het gewenste
noodoproepnummer, of
8. Geheugenplaats 6: Voer de code „316" in, gevolgd door het gewenste
noodoproepnummer, of
9. Geheugenplaats 7: Voer de code „317" in, gevolgd door het gewenste
noodoproepnummer, of
10. Geheugenplaats 8: Voer de code „318" in, gevolgd door het gewenste
noodoproepnummer.
11. Druk op de toets
Voer opnieuw een code in of druk op de toets
te verlaten.
Opmerking:
Er moet minstens één noodoproepnummer geprogrammeerd zijn om een
noodoproep te kunnen activeren.
P
om de wijzigingen op te slaan.
om het menu Instellingen
P
Nederlands 121