1.3 Drukaansluiting
WAARSCHUWING
binnendraadtype heeft een cilinderschroefdraad naar ISO228/1 (DIN ISO228/1,
JIS B0202) G1/8.
Conische draden zijn niet toegestaan.
De PACE heeft drukconnectors met cilinderschroefdraad. Gebruik alleen het soort connector
zoals gespecificeerd in Tabel 2.
Tabel 2: Specificatie van de PACE drukconnectorschroefdraad
PACE-connector
Ingang ≤ 210 bar
Ingang ≥ 350 bar
Referentie
Raadpleeg Afbeelding B2 voor aansluiting op de PACE-drukconnectors en onderstaande uitleg:
1.
PACE-drukconnector.
2.
Gelijmde afdichting.
3.
ISO228/1 G1/8 drukconnector.
4.
NPT-drukconnector met schroefdraad.
5.
Drukadapter, zie Deel 1.2.
Voor drukwaarden van minder dan 100 bar, raadpleegt u de alternatieve afdichtingsmethode in
Afbeelding B3 en onderstaande uitleg:
1.
PACE-drukconnector.
2.
Gelijmde afdichting.
3.
ISO228/1 G1/8 drukconnector of adapter. Voor adapters, zie Deel 1.2.
2. Installatie
2.1 Aansluiten op UUT
De druk mag niet hoger zijn dan 1,25 x de volledige druk of de maximale bedrijfsdruk (MWP) die
op het achterpaneel van het instrument staat vermeld.
Ter bescherming van het instrument tegen overdruk, moet een geschikte
overbelastingsbeveiliging worden geïnstalleerd zoals een overdrukklep of een breekplaat.
2.2 Pneumatische aansluiting
WAARSCHUWING
hydraulische systemen.
VOORZICHTIG
handleiding van het te testen apparaat staan vermeld.
Reduceer de druk op gecontroleerde wijze wanneer de druk aan de lucht wordt
afgelaten.
Laat voorzichtig de druk van alle leidingen (buizen) aan de lucht af voordat ze op
het te testen apparaat worden aangesloten of worden ontkoppeld.
1.
Schakel de netvoeding uit voordat u het instrument aansluit of losmaakt.
Er moeten cilinderschroefdraden worden gebruikt. Het
Schroefdraadspecificatie
ISO228/1 G1/8 cilinderschroefdraden (DIN ISO228/1, JIS B0202)
9/16-18 UNF autoclaaf
ISO228/1 G1/8 cilinderschroefdraden (DIN ISO228/1, JIS B0202)
Drukbereiken > 210 bar zijn alleen geschikt voor
Overschrijd nooit de maximale drukwaarden die in de
Copyright 2010 Baker Hughes Company.
Nederlands–PACE1000 Veiligheidsaanwijzingen | 53