4.
Houd het werkstuk waarin wordt gezaagd nooit
vast met uw handen of benen. Zorg dat het werk-
stuk stabiel is ten opzichte van de ondergrond.
Het is belangrijk het werkstuk goed te ondersteunen
om de kans te minimaliseren dat uw lichaam eraan
blootgesteld wordt, het zaagblad vastloopt of u de
controle over het gereedschap verliest.
Een typische afbeelding van goede handplaat-
sing, werkstukondersteuning en netsnoer-
route (indien van toepassing).
5.
Houd het elektrisch gereedschap alleen vast aan
het geïsoleerde oppervlak van de handgrepen,
wanneer u werkt op plaatsen waar het zaagge-
reedschap met verborgen bedrading of met zijn
eigen snoer in aanraking kan komen. Bij contact
met onder spanning staande draden zullen ook de
niet-geïsoleerde metalen delen van het elektrisch
gereedschap onder spanning komen te staan, zodat
de gebruiker een elektrische schok kan krijgen.
6.
Gebruik bij het schulpen altijd de breedtegelei-
der of de langsgeleider. Hierdoor wordt de nauw-
keurigheid van het zagen vergroot en de kans op
vastlopen van het zaagblad verkleint.
7.
Gebruik altijd zaagbladen met doorngaten van
de juiste afmetingen en vorm (diamand of rond).
Zaagbladen die niet goed passen op de bevesti-
gingsmiddelen van de cirkelzaag, zullen excentrisch
draaien waardoor u de controle over het gereed-
schap verliest.
8.
Gebruik nooit een beschadigde of verkeerde
bouten en ringen om het zaagblad mee te beves-
tigen. De bouten en ringen voor de bevestiging van
het zaagblad zijn speciaal ontworpen voor gebruik
met uw cirkelzaag voor optimale prestaties en veilig
gebruik.
Oorzaken van terugslag en waarschuwingen daar-
voor
–
Terugslag is een plotselinge reactie op een bekneld,
vastgelopen of niet-uitgelijnd zaagblad, waardoor de
oncontroleerbare cirkelzaag omhoog, uit het werk-
stuk en in de richting van de gebruiker gaat.
–
Wanneer het zaagblad bekneld raakt of vastloopt
doordat de zaagsnede naar beneden toe smaller
wordt, vertraagt het zaagblad en komt als reactie de
motor snel omhoog in de richting van de gebruiker.
–
Als het zaagblad gebogen of niet-uitgelijnd raakt in
de zaagsnede, kunnen de tanden aan de achterrand
van het zaagblad zich in het bovenoppervlak van het
hout vreten, waardoor het zaagblad uit de zaag-
snede klimt en omhoog springt in de richting van de
gebruiker.
Terugslag is het gevolg van misgebruik van de cirkelzaag
en/of onjuiste gebruiksprocedures of -omstandigheden,
en kan worden voorkomen door goede voorzorgsmaatre-
gelen te treffen, zoals hieronder vermeld:
9.
Houd de cirkelzaag stevig vast met beide han-
den en houd uw armen zodanig dat een terug-
slag wordt opgevangen. Plaats uw lichaam
zijwaarts versprongen van het zaagblad en niet
in een rechte lijn erachter. Door terugslag kan de
cirkelzaag achterwaarts springen, maar de kracht
van de terugslag kan met de juiste voorzorgsmaat-
regelen door de gebruiker worden opgevangen.
10. Wanneer het zaagblad vastloopt, of wanneer u
om een of andere reden het zagen onderbreekt,
laat u de aan/uit-schakelaar los en houdt u de
cirkelzaag stil in het materiaal totdat het zaag-
blad volledig tot stilstand is gekomen. Probeer
nooit het zaagblad uit het werkstuk te halen of
de cirkelzaag naar achteren te trekken, terwijl
het zaagblad nog draait omdat hierdoor een
terugslag kan optreden. Onderzoek waarom het
zaagblad is vastgelopen en tref afdoende maatrege-
len om de oorzaak ervan op te heffen.
11. Wanneer u de cirkelzaag weer inschakelt terwijl
het zaagblad in het werkstuk zit, plaatst u het
000157
zaagblad in het midden van de zaagsnede en
controleert u dat de tanden niet in het materiaal
grijpen. Als het zaagblad is vastgelopen, kan wan-
neer de cirkelzaag wordt ingeschakeld het zaagblad
uit het werkstuk lopen of terugslaan.
12. Ondersteun grote platen om de kans te minimali-
seren dat het zaagblad bekneld raakt of terug-
slaat. Grote platen neigen door te zakken onder hun
eigen gewicht. U moet de plaat ondersteunen aan
beide zijranden, vlakbij de zaaglijn en vlakbij het uit-
einde.
Om terugslag te voorkomen, ondersteun de
plank of het paneel dichtbij de zaagsnede.
Ondersteun de plank of het paneel niet van
de zaagsnede weg.
000154
000156
33