De uitlooprem controleren
LET OP:
Als de zaagketting bij deze con-
trole niet binnen twee seconden tot stilstand
komt, stopt u met het gebruik van de ketting-
zaag en neemt u contact op met ons erkende
servicecentrum.
Laat de kettingzaag draaien en laat daarna de trekker-
schakelaar helemaal los. De zaagketting moet binnen
twee seconden tot stilstand komen.
De kettingsmering afstellen
U kunt de toevoersnelheid van de oliepomp afstellen
met de stelschroef met behulp van de universele sleu-
tel. De hoeveelheid olie kan in 3 standen worden afge-
steld. Open de dop om de stelschroef te draaien.
► Fig.9: 1. Dop 2. Stelschroef
Karabijnhaak (bevestigingspunt
voor een touw)
U kun het gereedschap laten hangen door een touw
vast te knopen aan de karabijnhaak. Trek de karabijn-
haak omhoog en knoop er daarna een touw aan vast.
► Fig.10: 1. Karabijnhaak
Getande kam
Het gereedschap is standaard uitgerust met een
getande kam. Als u de getande kam wilt ver-
vangen, neemt u contact op met een erkend
Makita-servicecentrum.
Zet tijdens het zagen de getande kam tegen de stam en
gebruik hem als een scharnierpunt.
Elektronische functies
Het gereedschap is uitgerust met elektronische functies
voor een eenvoudige bediening.
•
Constant-toerentalregeling
De toerentalregelfunctie zorgt voor een constant
toerental ongeacht de belastingsomstandigheden.
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens enig werk aan het gereedschap uit te
voeren.
LET OP:
Raak de zaagketting niet met blote
handen aan. Draag altijd handschoenen wanneer
u de zaagketting hanteert.
De zaagketting aanbrengen of
verwijderen
LET OP:
De zaagketting en het zaagblad zijn
kort na gebruik nog heet. Laat ze eerst afkoelen,
voordat u enige werkzaamheden aan het gereed-
schap uitvoert.
LET OP:
Voer de procedure voor het aanbren-
gen of verwijderen van de zaagketting uit in een
schone omgeving, vrij van zaagsel en dergelijke.
Om de zaagketting te verwijderen, gaat u als volgt te werk:
1.
Zet de kettingrem los door aan de beschermkap
van de voorhandgreep te trekken.
2.
Draai de stelschroef voor de zaagketting los en
draai daarna de bevestigingsmoer los.
► Fig.11: 1. Stelschroef voor de zaagketting
2. Bevestigingsmoer
3.
Verwijder de afdekking van het kettingwiel en
verwijder daarna de zaagketting en het zaagblad vanaf
de kettingzaag.
Om de zaagketting aan te brengen, gaat u als volgt te werk:
1.
Controleer de richting van de zaagketting. Zorg
ervoor dat de richting van de zaagketting hetzelfde is
als die van de markering op het kettingzaaghuis.
2.
Leg één kant van de zaagketting op de bovenkant
van het zaagblad.
3.
Leg de andere kant van de zaagketting rond het
kettingwiel, en bevestig daarna het zaagblad aan het
kettingzaaghuis, waarbij het gat in het zaagblad moet
zijn uitgelijnd met de pen op het kettingzaaghuis.
► Fig.12: 1. Kettingwiel 2. Gat
4.
Steek het uitsteeksel en de pen op de afdekking
van het kettingwiel in het kettingzaaghuis, en sluit
daarna de afdekking zodat de bout en pen op het ket-
tingzaaghuis op hun plaats in de afdekking vallen.
► Fig.13: 1. Uitsteeksel 2. Afdekking van het ketting-
wiel 3. Bout 4. Pen
5.
Draai de bevestigingsmoer vast om de afdekking
van het kettingwiel vast te zetten, en draai hem daarna
iets los om de spanning te kunnen afstellen.
► Fig.14: 1. Bevestigingsmoer
De kettingspanning afstellen
LET OP:
Span de zaagketting niet te strak. Bij
een buitensporig hoge spanning op de zaagketting
kan de zaagketting breken en het zaagblad slijten.
LET OP:
Een zaagketting die te los zit kan
van het zaagblad af springen en een ongeluk met
letsel veroorzaken.
De zaagketting kan na vele gebruiksuren los gaan
zitten. Controleer regelmatig de kettingspanning vóór
gebruik.
1.
Zet de kettingrem los door aan de beschermkap
van de voorhandgreep te trekken.
2.
Draai de bevestigingsmoer iets los om de afdek-
king van het kettingwiel iets los te maken.
► Fig.15: 1. Bevestigingsmoer
70 NEDERLANDS