Opmerkingen
• Bij het bevestigen van de lens, mag u de lensontgrendelingsknop niet indrukken.
• Oefen bij het bevestigen van de lens geen grote kracht uit.
• Lenzen met een E-vatting zijn niet compatibel met deze camera.
• Wanneer u een lens gebruikt waarop een statiefaansluiting zit, bevestigt u de lens
met behulp van de aanwezige statiefaansluiting op het statief om het gewicht van de
lens en de body beter te balanceren.
• Als u de camera draagt terwijl een lens is bevestigd, houdt u zowel de camera als de
lens zorgvuldig vast.
• Houd de lens niet vast aan het gedeelte dat is uitgeschoven ten behoeve van zoomen
of scherpstellen.
De lens eraf halen
1
Druk de lensontgrendelingsknop
helemaal in en draai de lens
linksom tot aan de aanslag.
2
Bevestig de lensdoppen op de voor- en achterkant van de lens
en de lensvattingdop op de camera.
• Voordat u de lens bevestigt, verwijdert u eventueel stof eraf.
• Bij de lensset DT 18-55mm F3.5-5.6 SAM II wordt geen achterlensdop
geleverd. Als u de lens opslaat zonder deze aan de camera te bevestigen,
koopt u de achterlensdop ALC-R55.
Opmerkingen over het wisselen van lenzen
Als bij het wisselen van de lens stof of vuil in de camera binnendringt en op
het oppervlak van de beeldsensor komt (het onderdeel dat het licht omzet in
een elektrisch signaal), kan dit afhankelijk van de opnameomstandigheden
als donkere vlekken zichtbaar zijn op het beeld.
De camera is uitgerust met een stofpreventiefunctie om te voorkomen dat
stof op de beeldsensor komt. Echter, wanneer u een lens bevestigt of eraf
haalt doet u dit snel en op een stofvrije plaats.
NL
28
De lens bevestigen
Lensontgrendelingsknop