NL
Installatie
Master met kleppen bedraden
De verbindingskabels hebben vier aders: twee voor de stroomvoorziening en twee
voor de overdracht van signalen.
Beide kabeluiteinden zijn uitgerust met dezelfde vrouwelijke connectoren en zo
uitgevoerd dat ze niet kunnen verdraaien. De M12-kartelschroeven zorgen voor een
stevige bevestiging, ook onder ruige omstandigheden.
Let op:
onderdelen die niet zijn goedgekeurd kunnen de juiste werking verstoren!
Alle onderdelen moeten in serie worden geschakeld (d.w.z. een voor een met elkaar
worden verbonden). Een parallelle of stervormige bedrading van de onderdelen leidt
tot storingen in de BUS-communicatie.
Het aanpassen van de onderdelen en kabels is niet toegestaan.
Master aansluiten
12
Sluit een van de stekkers (11) van de verbindingskabel aan op de linker M12-stekker
(12) van de Master en draai de kartelschroef aan tot aan de aanslag. Beide aansluitin-
gen van de master kunnen naast elkaar worden gebruikt.
11
Let op:
aantal kleppen + 2x aantal UC <= 50 (zie
bedieningshandleiding Master)
tot 50
Controller
39