Onderhoudsmodus
Zodra de standby-modus na invoeren van het wachtwoord wordt
verlaten, wordt door de 3-cijferige display van de Remote Access-Box
de op dat moment door de gastransmitter afgegeven meetwaarde
alsook de in de gastransmitter geconfigureerde meeteenheid
weergegeven.
Via de toetsen ▲ of ▼ kunnen de menu's Kalibratie of Configuratie
worden opgeroepen, evenals de lamptest. Tevens kan de
softwareversie van de Remote Access-Box worden getoond.
Bedrijfsonderbrekingen
Bij spanningsonderbrekingen, resp. bij geplande bedrijfsonderbrekingen
(b. v. bij een inspectie of na een reparatie) is de Remote Access-Box na
opnieuw inschakelen van het apparaat resp. na het opnieuw in bedrijf
stellen na ca. 65 seconden weer gereed voor gebruik.
128
Kalibratiemenu
Druk langer dan 1 seconde en korter dan 3 seconden op de
▼-toets om in het kalibratiemenu te komen.
De weergave op de display van de Remote Access-Box verandert
in "ZE".
AANWIJZING
Indien de SIL-Lock "parametrisering" van de gastransmitter op "aan"
is geconfigureerd, is er geen verandering, maar alleen een weergave
van de geconfigureerde kalibratiegasconcentratie (CGC) mogelijk!
Indien de SIL-Lock "parametrisering & kalibratie" van de
gastransmitter op "aan" is geconfigureerd, is er geen afstelling
mogelijk (en ook geen toegang tot de onderliggende menu's)!
AANWIJZING
Kalibreer altijd eerst het nulpunt en stel daarna de gevoeligheid af.
Voor het afstellen van de gevoeligheid moet het kalibratiegas
worden gebruikt, dat in de gastransmitter is geconfigureerd.
AANWIJZING
Indien het afstellen van de gastransmitter wordt verhinderd, b. v.
wanneer wordt getracht om de gevoeligheid met nulgas af te stellen,
verschijnt in de display van de Remote Access-Box gedurende
ca. 5 seconden een knipperend "CNP" (Calibration Not Possible /
Kalibratie niet mogelijk).
In dat geval wordt de afstelroutine afgebroken zonder de waarden
op te slaan en gaat de display terug naar het kalibratiemenu.