HOOFDSTUK 3
3 .3
Aansluitingen voor koelvloeistof
Deze aansluitingen bevinden zich aan de achterkant van het apparaat . Sluit de slangen dienovereenkomstig op
de CC11 aan . De toortsslanguiteinden moeten worden aangesloten met een 5/8"18 linkshandige lucht/water
slangconnector en een 5/8"18 rechtshandige lucht/waterslangcontraconnector .
Wanneer de toorts en de CC11 zijn aangesloten, vult u het reservoir met de speciaal geformuleerde toorts
koelvloeistof . Gebruik geen normale antivriesoplossingen, zoals voor auto's, omdat de additieven de pomp en
de toorts beschadigen . ESAB O/N 0558004297 wordt aanbevolen tot service tot 11° C . ESAB P/N 156F05 wordt
aanbevolen voor service onder 11°C tot 36°C .
Aansluitingen voor koelvloeistof
Nadat u het reservoir hebt gevuld, verwijdert u de dop en laat u de pomp lopen om de lucht uit de radiator, de
slangen en de toorts te laten ontsnappen . Controleer opnieuw het koelvloeistofniveau om ervoor te zorgen dat
het reservoir is gevuld . Plaats de reservoirdop nadat u de lucht hebt laten ontsnappen en het koelvloeistofni
veau hebt gecontroleerd .
LET OP
Sluit de slangen niet aan op een solenoïdeklep die gesloten kan
worden wanneer de pomp loopt omdat de pomp hierdoor bescha-
digd kan raken.
49
INSTALLATIE