C
Gebruik van het toestel
Locatie
• Wanneer u de plaats van uw koelkast-/
diepvriescombinatie kiest, dient u er zeker
van te zijn dat de ondergrond vlak en
voldoende stevig is en dat de kamer correct
geventileerd wordt met een gemiddelde
omgevingstemperatuur tussen 16°C en
38C°.
• Vermijd het installeren van uw koelkast-/
diepvriescombinatie in de buurt van
een warmtebron, zoals een fornuis, een
verwarmingsketel of een radiator.
• Vermijd ook directe blootstelling aan
zonlicht in bijgebouwen of veranda's.
•
W a n n e e r
diepvriescombinatie in een bijgebouw
installeert, in het bijzonder in een garage,
dient u ervoor te zorgen dat deze geïnstalleerd
wordt boven de dichtheidsbekleding zoniet
zal er condens ontstaan op de bekleding van
de koelkast-/diepvriescombi.
Waterpas plaatsen van de koelkast-/diepvriescombi
• Wanneer de koelkast-/diepvriescombinatie
niet waterpas staat, zullen de deur en
de magnetische sluitstrook niet correct
uitgelijnd zijn, waardoor de goede werking
van de koelkast-/diepvriescombinatie
gehinderd wordt.
32
NL
u
u w
k o e l k a s t - /
• Bouw de koelkast-/diepvriescombinatie
nooit in een muur of in muurkasten of
meubels in aangezien het rooster aan
de achterkant en de zijkanten warm zou
kunnen worden wanneer het toestel in
werking is. Deze dient zodanig geïnstalleerd
te worden zodat er ten minste 9 cm (31/2")
speling is aan de achterkant en 2 cm (3/4")
speling is aan de zijkant.
• Dek de koelkast-/diepvriescombinatie
nooit af.
• Zodra de koelkast-/diepvriescombinatie
op de definitieve plaats staat, verstelt u
de hoogte van de voorpoten door eraan te
draaien.
a