Plaats de zoolplaat op het te frezen werkstuk zonder dat
de freeskop het werkstuk raakt. Schakel vervolgens het
gereedschap in en wacht tot de freeskop op volle toeren
is gekomen. Laat het gereedschap zakken en beweeg
het voorwaarts over het oppervlak van uw werkstuk op
gelijkmatige wijze, met de zoolplaat precies vlak, totdat
de freessnede compleet is.
Bij zijwaarts frezen moet het oppervlak van het werkstuk
aan de linkerkant van de freeskop blijven, in de
trimrichting gezien. (Fig. 40)
OPMERKING:
• Als het gereedschap te snel voorwaarts wordt
bewogen, kan dit de kwaliteit van de freessnede
verminderen of kan er schade aan de freeskop of de
motor ontstaan. Bij een te trage beweging kan de
freessnede inbranden en onregelmatig worden. De
juiste doorvoersnelheid hangt af van het formaat
freeskop, het soort werkstuk en de diepte van de
freessnede. Daarom is het aanbevolen om vóór het
feitelijke werkstuk eerst een proefsnede te maken in
een vergelijkbaar stuk afvalhout. Aan de hand daarvan
kunt u bekijken hoe de freessnede er uiteindelijk uit
gaat zien en kunt u ook de afmetingen precies
instellen.
• Voor het gebruik van de rechte geleider monteert u die
altijd aan de rechterkant, in de trimrichting gezien. Dat
maakt het gemakkelijker om de geleider vlak tegen de
kant van het werkstuk aan te houden. (Fig. 41)
Rechte geleider bij gebruik als bovenfrees
(hiervoor is de geleidehouder vereist (optionele
accessoire))
De rechte geleider zorgt voor een keurig rechte
freessnede bij het profielfrezen of groeven snijden.
(Fig. 42)
Monteer de rechte geleider op de geleidehouder
(optionele accessoire) met de vleugelmoer.
Steek de geleidehouder in de openingen in de
verdiepvoet en draai de vleugelbouten vast. Om de
afstand tussen de freeskop en de rechte geleider bij te
stellen, draait u de vleugelmoer los. Kies de gewenste
afstand en draai dan de vleugelmoer weer vast om de
rechte geleider in die stand vast te zetten.
Rechte geleider (optionele accessoire)
De rechte geleider zorgt voor een keurig rechte
freessnede bij het profielfrezen of groeven snijden.
(Fig. 43 en 44)
Voor het monteren van de rechte geleider steekt u de
geleidestaven in de openingen in de verdiepvoet. Verstel
de afstand tussen de freeskop en de rechte geleider.
Kies de gewenste afstand en draai de vleugelbouten vast
om de rechte geleider in die stand vast te zetten.
Bij het frezen beweegt u het gereedschap met de rechte
geleider vlak tegen de zijkant van het werkstuk aan.
(Fig. 45)
Wanneer de afstand (A) tussen de zijde van het werkstuk
en de snijlijn te groot is voor de rechte geleider, of
wanneer de zijde van het werkstuk niet recht is, kunt u de
rechte geleider niet gebruiken. In dat geval klemt u een
recht stuk hout vast op het werkstuk, zodat dit als een
geleider kan dienen voor de zoolplaat. Beweeg het
gereedschap in de richting van de pijl voort.
40
Sjabloongeleider (accessoire)
De sjabloongeleider is voorzien van een huls waardoor
de freeskop steekt, zodat u met het gereedschap de
patronen van de sjabloon nauwkeurig kunt volgen.
(Fig. 46)
Voor het monteren van de sjabloongeleider draait u de
schroeven
in
de
zoolplaat
sjabloongeleider er in en draait u de schroeven weer
vast. (Fig. 47)
Zet de sjabloon vast op het werkstuk. Plaats daarna het
gereedschap op de sjabloon en beweeg het zo voort dat
de sjabloongeleider de patronen van de sjabloon volgt.
(Fig. 48)
OPMERKING:
• De uitgesneden patronen in het werkstuk kunnen iets
andere afmetingen hebben dan die van de sjabloon.
Dit komt vanwege de afstand (X) tussen de freeskop
en de buitenkant van de sjabloongeleider.
Deze afstand (X) kunt u als volgt berekenen:
Afstand (X) = (buitendiameter van de sjabloongeleider
– freeskopdiameter) / 2
Stofafzuigsets
Voor de trimvoet (Fig. 6)
Voor de verdiepvoet (optionele accessoire) (Fig. 49)
Gebruik een stofmondstuk om vrijkomend stof af te
zuigen. Monteer het stofmondstuk met de duimschroef
op de zoolplaat, zodat de uitstekende nok van het
stofmondstuk in de sleuf van de zoolplaat valt.
Sluit vervolgens een stofzuiger aan op het stofmondstuk.
(Fig. 50)
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens te
beginnen met inspectie of onderhoud.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Hierdoor het verkleuring, vervormingen en
barsten worden veroorzaakt.
Vervangen van koolborstels
Verwijder en controleer regelmatig de koolborstels. Ver-
vang de koolborstels wanneer ze tot aan de limietmarke-
ring versleten zijn. Houd de koolborstels schoon, zodat
ze gemakkelijk in de houders glijden. Beide koolborstels
dienen gelijktijdig te worden vervangen. Gebruik uitslui-
tend gelijksoortige koolborstels. (Fig. 51)
Gebruik een schroevendraaier om de kappen van de
koolborstelhouders te verwijderen. Haal de versleten
koolborstels eruit, schuif de nieuwe erin, en zet daarna
de kappen weer goed vast. (Fig. 52)
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
product te handhaven, dienen alle reparaties en alle
andere onderhoudswerkzaamheden of afstellingen te
worden uitgevoerd door een erkend Makita Servicecen-
trum, en dat uitsluitend met gebruik van Makita vervan-
gingsonderdelen.
los,
steekt
u
de