Bediening
OPMERKING
De accu en de oplader zijn niet in de le-
veringsomvang inbegrepen.
De meegeleverde accu is gedeeltelijk opgeladen.
De accu moet voor het eerste gebruik compleet
worden opgeladen. De accu kan in elke wille-
keurige laadtoestand worden opgeladen. Het is
niet slecht voor de accu als het opladen wordt
onderbroken.
OPMERKING
Neem de gedetailleerde gegevens uit de
meegeleverde gebruiksaanwijzing van
de accu en de oplader in acht.
Zie:
■
Gebruiksaanwijzing lithium-ion accu - B50 Li
■
Gebruiksaanwijzing oplader – C30 Li
5.2
Plaatsen en verwijderen van de accu
(06)
Accu plaatsen (06)
1. Accu (06/1) in de accuschacht (06/2) schui-
ven (06/a) totdat hij hoorbaar vastklikt.
Accu verwijderen (06)
1. De ontgrendelingsknop (06/3) op de accu
(06/1) indrukken en ingedrukt houden.
2. Accu verwijderen (06/b).
6 BEDIENING
WAARSCHUWING!
Gevaren door onvolledige montage!
De werking van een onvolledig apparaat
kan ernstig letsel veroorzaken.
■
Gebruik het apparaat alleen als het
volledig gemonteerd is!
■
Plaats de accu pas in het apparaat
als het volledig gemonteerd is!
■
Controleer voor het inschakelen of
alle beschermings- en bescher-
mingsvoorzieningen aanwezig zijn
en functioneren!
442617_a
6.1
Mengen van de spuitoplossing
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel
Meng de chemicaliën strikt volgens de
instructies van de fabrikant. Verkeerde
mengsels kunnen giftige dampen of ex-
plosieve oplossingen veroorzaken.
■
Bereid de spuitoplossing alleen buiten of op
goed geventileerde plaatsen.
■
De spuitoplossing moet zo vloeibaar zijn als
water.
■
Neem altijd alleen de hoeveelheid spuitoplos-
sing die voldoende is om de klus te klaren.
■
Meng geen verschillende chemicaliën, tenzij
een dergelijk mengsel is goedgekeurd door
de fabrikant.
6.2
Vullen van de tank (07)
Vul de tank alleen buiten of op goed geventileer-
de plaatsen. Voordat u de tank met een spuitop-
lossing vult, voert u een test uit met schoon water
en controleert u alle onderdelen van het spuitap-
paraat.
1. De maatbeker (07/1) verwijderen. De vulope-
ning (07/2) is geopend.
2. Het spuitapparaat op een vlakke ondergrond
plaatsen. De tank niet boven het maximum-
merkteken (07/3) vullen.
3. Na het vullen van de tank, de maatbeker
(07/1) op de vulopening (07/2) schroeven en
vastdraaien.
4. Op het spuitapparaat een label bevestigen
waarop staat aangegeven welke chemicaliën
worden gebruikt.
6.3
Verstellen van het spuitmondstuk (05)
Spuitstraal instellen
1. Spuitmondstuk (05/1) losdraaien (05/a).
Waaierstraal instellen
1. Spuitmondstuk (05/1) vastdraaien (05/b).
6.4
Apparaat in-/uitschakelen en bedienen
Apparaat inschakelen
1. Spuitapparaat aan de handgreep (01/3) vast-
houden of met de riem over uw schouder
hangen.
2. Aan/Uit-schakelaar (01/7) indrukken. Het ap-
paraat is ingeschakeld.
43