NL
Spuiten
VOORZICHTIG!
Gevaar voor letsel
Contact met gevaarlijke spuitmaterialen
kan letsel veroorzaken.
■
Was na elk gebruik grondig uw han-
den en het gebied waar uw huid was
blootgesteld aan de spuitnevel.
1. Bedieningsknop (08/1) op de handgreep
(08/2) indrukken (08/a). Bedieningsknop
(08/1) loslaten (08/b) om te stoppen met
spuiten.
Apparaat uitschakelen
1. Aan/Uit-schakelaar (01/7) indrukken. Het ap-
paraat is uitgeschakeld.
7 WERKHOUDING EN WERKTECHNIEK
■
Richt het spuitmondstuk direct op de planten
of voorwerpen die u wilt spuiten.
■
Gebruik het apparaat niet op winderige da-
gen. De spuitmaterialen kunnen per ongeluk
op planten of voorwerpen worden geblazen
die niet mogen worden bespoten.
■
De plantenspuit kan worden gebruikt met de
spuitlans in de houder of op de handgreep
van de spuitlans.
8 ONDERHOUD EN VERZORGING
VOORZICHTIG!
Gevaar voor letsel
Contact met gevaarlijke spuitmaterialen
kan letsel veroorzaken.
■
Draag bij onderhouds-, verzorgings-
en reinigingswerkzaamheden altijd
geschikte persoonlijke bescher-
mingsmiddelen!
Storing
Apparaat spuit niet.
Motor draait niet.
44
Oorzaak
Spuitmondstuk is verstopt.
Spuitslang is verstopt.
Tank is leeg.
Accu is leeg.
Accu ontbreekt of accu is
niet goed geplaatst.
Accu is te koud of te warm.
■
Het apparaat niet blootstellen aan vocht en
nattigheid. Niet met water schoonspuiten.
■
Verwijder de accu na elk gebruik en bewaar
hem op een droge plaats.
■
Binnen- en buitenkant van het apparaat en
alle onderdelen voor en na elk gebruik con-
troleren:
■
Lekkages
■
gebarsten of versleten slangen
■
verstopte spuitmonden
■
ontbrekende of beschadigde onderdelen
■
Gebruik geen ontvlambare oplosmiddelen of
schurende reinigingsmiddelen om het appa-
raat te reinigen.
■
Laat het apparaat repareren voor het volgen-
de gebruik.
■
Controleer het apparaat regelmatig op een
correcte toestand.
■
Elektrische contacten van het apparaat con-
troleren op corrosie, indien nodig, reinigen
met een fijne staalborstel en vervolgens be-
sproeien met een contactspray.
■
Leeg de tank door de vulopening voor elke
reiniging.
■
Apparaat na elk gebruik reinigen met schoon
water.
9 HULP BIJ STORINGEN
OPMERKING
Neem contact op met onze klantenser-
vice bij storingen die niet in deze tabel
staan vermeld of die u niet zelf kunt op-
lossen.
Maatregel
Spuitmondstuk reinigen.
Spuitslang reinigen.
Tank vullen met spuitoplossing.
Accu opladen.
Accu correct plaatsen.
Accu iets laten opwarmen of afkoelen.
Werkhouding en werktechniek
PS 2035