BEDIENING
Smering
De zaagketting wordt automatisch gesmeerd tijdens het
gebruik van het gereedschap. Controleer regelmatig
hoeveel olie er nog in de olietank zit.
Om de olietank bij te vullen, legt u de kettingzaag op
zijn zijkant en verwijdert u de olietankdop. De correcte
hoeveelheid olie is 200 ml. Draai na het bijvullen van de
olietank altijd de olietankdop stevig erop.
► Fig.17: 1. Olietankdop 2. Olietank (doorzichtig)
Houd na het bijvullen de kettingzaag uit de buurt van de
boom. Start de kettingzaag en wacht tot de zaagketting
voldoende gesmeerd is.
► Fig.18
KENNISGEVING:
Wanneer u voor het eerst
kettingolie bijvult, of de olietank bijvult nadat
deze geheel leeg is geraakt, vult u olie bij tot aan
de onderrand van de vulnek. Anders kan de olie-
toevoer gehinderd worden.
KENNISGEVING:
Gebruik zaagkettingolie
exclusief voor Makita-kettingzagen of een in de
winkel verkrijgbare gelijkwaardige kettingolie.
KENNISGEVING:
Gebruik nooit olie die is veront-
reinigd met vuil- en stofdeeltjes of vluchtige olie.
KENNISGEVING:
Gebruik botanische olie voor
het snoeien van bomen. Minerale olie kan schade-
lijk zijn voor bomen.
KENNISGEVING:
Voordat u begint te zagen,
controleert u of de bijgeleverde olietankdop erop
is gedraaid.
WERKEN MET DE KETTINGZAAG
LET OP:
Als minimale voorbereiding dient
een beginnende gebruiker eerst te oefenen door
stammen te zagen op een schraag of bok.
LET OP:
Bij het zagen van losse stukken
hout dient u een veilige steun te gebruiken (een
schraag of zaagbok). Zet niet uw voet op het werk-
stuk om dat tegen te houden en vraag ook nooit
iemand anders om het vast te houden.
LET OP:
Zet ronde stukken zo vast dat ze niet
kunnen gaan draaien.
LET OP:
Houd alle delen van uw lichaam uit
de buurt van de zaagketting wanneer de motor
draait.
LET OP:
Houd de kettingzaag stevig vast met
beide handen wanneer de motor draait.
LET OP:
Reik niet te ver. Zorg ervoor dat u
altijd stevige steun voor de voeten hebt en uw
evenwicht behoudt.
KENNISGEVING:
Gooi nooit met het gereed-
schap en laat het niet vallen.
KENNISGEVING:
Dek de luchtuitstroomope-
ningen van het gereedschap niet af.
Plaats de onderrand van de kettingzaag tegen de af
te zagen tak voordat u hem inschakelt. Anders kan het
zaagblad gaan wiebelen en de gebruiker verwonden.
Zaag het hout door de kettingzaag met behulp van zijn
eigen gewicht omlaag te bewegen.
► Fig.19
Als u niet in één keer door het hout kunt zagen:
Oefen lichte druk uit op de handgreep en ga door met
zagen, en trek de kettingzaag een stukje terug. Zet de
getande kam vervolgens een stukje lager tegen het
hout en zaag de rest van de snede door de handgreep
omhoog te brengen.
► Fig.20
Afzagen
1.
Plaats de onderrand van de kettingzaag tegen het
te zagen hout.
► Fig.21
2.
Zaag met draaiende zaagketting in het hout
en gebruik de achterhandgreep om de kettingzaag
omhoog te brengen terwijl u met de voorhandgreep
het zagen begeleidt. Gebruik de getande kam als
scharnierpunt.
3.
Vervolg de zaagsnede door licht op de voorhand-
greep te drukken en de kettingzaag een stukje terug te
trekken. Plaats de getande kam lager tegen het hout en
til de voorhandgreep weer op.
KENNISGEVING:
maakt, schakelt u de kettingzaag uit tussen de
zaagsneden.
LET OP:
Als de zaagketting langs de boven-
rand van het zaagblad wordt gebruikt om te
zagen, kan de kettingzaag in uw richting worden
bewogen als de ketting klem komt te zitten. Om
deze reden moet u met de onderrand van het
zaagblad zagen zodat de kettingzaag van uw
lichaam af wordt bewogen.
► Fig.22
Als het hout onder spanning staat, zaagt u eerst de kant
met de drukkracht (A). Maak de eindzaagsnede aan de
kant met de trekkracht (B). Hiermee voorkomt u dat het
zaagblad bekneld raakt.
► Fig.23
Takken afzagen
LET OP:
Takken afzagen mag uitsluitend
worden uitgevoerd door getrainde personen. Door
het risico van terugslag kan een gevaarlijke situatie
ontstaan.
Steun bij het afzagen van takken de kettingzaag zo
mogelijk af op de boomstam. Zaag niet met de punt
van het zaagblad omdat hierdoor de kans op terugslag
ontstaat.
Let met name goed op bij takken die onder spanning
staan. Zaag geen takken vanaf de onderkant als deze
niet worden ondersteund.
Ga bij het afzagen van takken niet bovenop de omge-
zaagde boomstam staan.
62 NEDERLANDS
Als u meerdere zaagsneden