Wanneer de toelaatbare belasting van het gereedschap
wordt overschreden, wordt de stroomtoevoer naar de
motor verminderd om oververhitting van de motor te
voorkomen. Het gereedschap zal weer werken zoals nor-
maal wanneer de belasting tot het toelaatbare niveau is
gedaald.
Functie voor zacht starten
De schok bij het starten wordt onderdrukt zodat het
gereedschap zacht start.
INEENZETTEN
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
aansluiting op het stopcontact is verbroken alvorens
enig werk aan het gereedschap uit te voeren.
Installeren van de zijhandgreep (handvat) (Fig. 3)
LET OP:
• Zorg altijd dat de zijhandgreep stevig gemonteerd is
alvorens het gereedschap te gebruiken.
Schroef de zijhandgreep stevig vast op het gereedschap,
zoals afgebeeld.
Installeren of verwijderen van de beschermkap
(voor schijf met een verzonken middengat,
multischijf, schijfvormige draadborstel /
doorslijpschijf, diamantschijf)
WAARSCHUWING:
• Bij gebruik van een slijpschijf/multischijf met een ver-
zonken middengat, een flexschijf of draadborstel, moet
de beschermkap zodanig op het gereedschap worden
gemonteerd dat de gesloten zijde ervan altijd naar de
gebruiker is gericht.
• Wanneer u een doorslijpschijf of diamantschijf gebruikt,
moet u altijd een beschermkap gebruiken die speciaal
ontworpen is voor gebruik met doorslijpschijven.
Voor gereedschap met een beschermkap met een
borgschroef (Fig. 4)
Monteer de beschermkap met het uitsteeksel op de
beschermkapband tegenover de inkeping in de kussen-
blokkast. Draai daarna de beschermkap 180 graden
linksom. Let erop de schroef stevig vast te draaien. Om
de beschermkap te verwijderen, voert u de procedure
voor het monteren in de omgekeerde volgorde uit.
Voor gereedschap met een beschermkap voorzien
van een klemhendel (Fig. 5 en 6)
Draai de hendel op de beschermkap los. Monteer de
beschermkap met het uitsteeksel op de beschermkap-
band tegenover de inkeping in de kussenblokkast. Draai
daarna de beschermkap naar de afgebeelde positie.
Draai de hendel vast om de beschermkap vast te zetten.
Als de hendel te strak of te los zit om de beschermkap te
bevestigen, draait u de schroef of moer los of vast om de
klemkracht van de beschermkap-band in te stellen.
Om de beschermkap te verwijderen, voert u de proce-
dure voor het monteren in de omgekeerde volgorde uit.
Installeren of verwijderen van de verzonken-
centerschijf/Multischijf (accessoire)
Monteer de binnenflens op de as. Plaats de schijf/disc
over de binnenflens en draai de borgmoer op de as.
(Fig. 7)
OPMERKING:
• Bij gebruik van een slijpschijf met een verzonken mid-
dengat die dikker is dan 7 mm, draait u de borgmoer
om en draait u deze op de as.
Superflens
De modellen GA7010CF en GA9010CF zijn standaard
uitgerust met een superflens. In vergelijking met een
conventionele flens, is hierbij slechts 1/3 van de kracht
nodig om de borgmoer los te draaien.
Voor Australië en Nieuw-Zeeland (Fig. 8)
Monteer de binnenflens op de as. Plaats de schijf op de
binnenflens en schroef de borgmoer op de as met het uit-
steeksel omlaag gericht (in de richting van de schijf).
Druk de asvergrendeling stevig in om te voorkomen dat
de as kan draaien, en draai dan de borgmoer stevig naar
rechts vast met de borgmoersleutel.
Om de schijf te verwijderen dient u in omgekeerde volg-
orde van installatie te werk te gaan. (Fig. 9)
Een schuurschijf (optioneel accessoire)
aanbrengen of verwijderen (Fig. 10)
OPMERKING:
• Gebruik uitsluitend schuuraccessoires die in deze
gebruiksaanwijzing worden aangegeven. Deze dienen
apart te worden aangeschaft.
Breng de rubberen rugschijf aan op de as. Breng de
schuurschijf aan op de rubberen rugschijf en draai de
borgmoer op de as. Druk de asvergrendeling stevig in
om te voorkomen dat de as kan draaien, en draai dan de
borgmoer stevig naar rechts vast met de borgmoersleu-
tel.
Om de schijf te verwijderen dient u in omgekeerde volg-
orde van installatie te werk te gaan.
BEDIENING
WAARSCHUWING:
• Forceer het gereedschap nooit. Het eigen gewicht van
het gereedschap levert voldoende druk op. Forceren of
overmatige druk kan gevaarlijke schijfbreuk tot gevolg
hebben.
• Vervang de schijf ALTIJD indien u het gereedschap tij-
dens het slijpen hebt laten vallen.
• Stoot of bots de slijpschijf/disc NOOIT op of tegen het
werkstuk.
• Vermijd stuiten en haperen van de schijf vooral wan-
neer u bij hoeken of scherpe randen e.d. werkt. Dit kan
namelijk controleverlies en terugslag veroorzaken.
• Gebruik het gereedschap NOOIT met houtzaagbladen
of andere zaagbladen. Het gebruik van dergelijke bla-
den op een slijpmachine leidt vaak tot terugslag en
controleverlies met verwondingen als gevolg.
LET OP:
• Zet het gereedschap nooit aan terwijl de schijf het
werkstuk raakt. Dit kan namelijk verwonding van de
gebruiker tot gevolg hebben.
• Draag tijdens het werk altijd een veiligheidsbril of
gezichtsbescherming.
• Schakel het gereedschap na het gebruik altijd uit en
wacht totdat de schijf volledig tot stilstand is gekomen
alvorens het gereedschap neer te leggen.
37