WERKING - Koelen / Bevochtigen
Het apparaat is voorzien van een koel/bevochtigingssysteem waarmee u de uitgeblazen lucht kunt koelen
en bevochtigen. Het systeem werkt tevens luchtreinigend.
1.
Neem de stekker uit het stopcontact.
2.
Ontgrendel het waterreservoir (zie nr. 5 in
figuur 1).
3.
Trek het waterreservoir uit totdat het stopt.
4.
Vul het waterreservoir met min. 1,5 en max.
4,5 liter (ijs)koud water (zie figuur 2).
5.
Schuif het waterreservoir terug in het apparaat.
6.
Vergrendel het waterreservoir.
7.
Steek de stekker in het stopcontact.
8.
Schakel het apparaat in zoals beschreven
onder 'WERKING - Ventileren'.
9.
Druk op de knop "humidifier" om het koel/
bevochti-gingssysteem in te schakelen. De
uitgeblazen lucht wordt nu gekoeld, bevochtigd
en gereinigd.
10. Druk nogmaals op de knop "humidifier"
om het koel/bevochtigingssysteem uit te
schakelen.
LET OP:
•
Hoe kouder het water waarmee u het reservoir
vult is, hoe kouder de uitgeblazen lucht.
•
Vervang het water elke 3 - 4 dagen, zie daarvoor
'REINIGING EN ONDERHOUD'.
WERKING - Luchtreiniging
Bij het apparaat is als accessoire een optioneel luchtreinigingsfilter bijgesloten. Dit luchtreinigingsfilter haalt
kleine stof- en vuildeeltjes uit de lucht en verbetert zo de luchtkwaliteit in de ruimte.
Wanneer u van het luchtreinigingsfilter gebruik wilt maken, installeert u het als volgt:
1. Neem het inlaatfilter van de achterkant van het apparaat (zie figuur 3).
2. Haal het luchtreinigingsfilter uit de verpakking en plaats het in het filterframe (zie figuur 4).
3. Plaats het inlaatfilter terug in het apparaat (zie figuur 5).
LET OP:
•
Bij gebruik van het luchtreinigingsfilter vermindert de luchtstroom uit het apparaat.
3
23
4
NL
2
5