GEBRUIK - Timerfunctie
Het apparaat is voorzien van een tijdschakelaar waarmee u het apparaat automatisch kunt laten in- of
uitschakelen aan het einde van een ingestelde tijd.
Automatisch inschakelen
Als het apparaat is uitgeschakeld:
1. Druk op de knop "timer" (figuur 1, C). Het display begint te knipperen.
2. Gebruik de knop "timer" om de inschakeltijd tussen 1 en 24 uur in te stellen.
3. Wacht tot het display (A) stopt met knipperen. De inschakeltimer is ingesteld.
4. Druk nogmaals op de knop "timer" om de inschakeltijd eventueel aan te passen.
Automatisch uitschakelen
Als het apparaat is ingeschakeld:
1. Druk op de knop "timer" (figuur 1, C). Het display begint te knipperen.
2. Gebruik de knop "timer" om de uitschakeltijd tussen 1 en 24 uur in te stellen.
3. Wacht tot het display (A) stopt met knipperen. De uitschakeltimer is ingesteld.
4. Druk nogmaals op de knop "timer" om de uitschakeltijd eventueel aan te passen.
GEBRUIK - Afstandsbediening
Het apparaat kan ook via de bijgeleverde afstandsbediening bediend worden. De afstandsbediening werkt
op twee AAA-batterijen (niet inbegrepen). Open het batterijvakje op de onderkant, plaats de batterijen en sluit
het deksel. De knoppen op de afstandsbediening werken hetzelfde als de knoppen op het bedieningspaneel.
Voor een optimale werking:
•
Zorg dat de afstand tussen het apparaat en de afstandsbediening niet groter is dan 6 meter.
•
Richt de afstandsbediening op het apparaat en zorg voor een richtingshoek kleiner dan 30 graden.
REINIGING EN ONDERHOUD - Algemeen
Na verloop van tijd kan er stof blijven zitten in de roosters en tussen de lamellen van het apparaat.
1. Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder met een handveger en/of stofzuiger, het stof van de roosters en lamellen.
3. Reinig de behuizing met een zachte, vochtige doek. Droog het daarna grondig met een droge doek.
Dompel het apparaat nooit onder in water. Let er op dat geen vocht in de elektrische aansluitingen
dringt.
REINIGING EN ONDERHOUD - Waterafvoer
Het apparaat is voorzien van een interne wateropvangbak. Wanneer deze vol is, stopt het apparaat met
werken en gaat op het bedieningspaneel het indicatielampje bij "water full" branden.
1. Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit
het stopcontact.
2. Plaats het apparaat op een verhoging en plaats
een emmer of andersoortige opvangbak onder
het afvoergat van de wateropvangbak.
3. Draai de draaidop en rubberen dop van het
afvoergat (figuur 1, nr. 6), zie figuur 6. Het water
stroomt vanuit de wateropvangbak in de emmer.
4. Als de wateropvangbak leeg is, plaats de
draaidop en rubberen dop terug in het afvoergat
en zorg dat deze goed is afgesloten.
LET OP:
•
Verplaats het apparaat voorzichtig en houd het te allen tijde rechtop, om te voorkomen dat water over de
rand van de interne wateropvangbak knoeit. Tijdens het legen kunt u het apparaat ietwat schuin houden
om het laatste water uit de wateropvangbak te krijgen.
•
Als de emmer of andersoortige opvangbak niet al het water in één keer kan opvangen, plaats dan
tussentijds de draaidop en rubberen dop van het afvoergat terug. Leeg de emmer en herhaal de
stappen.
35
NL
6