Handleiding
NEDERLANDS
1. Draai de uitlaatslang in de richting van de pijl (afb. 1) en sluit deze aan op het apparaat.
2. Draai de uitlaatslang in de richting van de pijl (afb. 2) om de slang los te koppelen.
LET OP: om te voorkomen dat de uitlaatslang breekt, mag deze alleen tot op zekere
hoogte worden gedraaid of vervormd. De maximale lengte van de uitlaatslang is 150 cm.
Gebruik geen verlengstukken of andere uitlaatslangen; dit kan ernstige storingen veroorzaken.
• De uitlaat van het apparaat mag niet worden geblokkeerd om oververhitting te voorkomen.
GEBRUIK
Uw mobiele airconditioner 82002 kan zowel binnen als buiten worden geïnstalleerd
– houd u strikt aan de handleiding!
LET OP: Het apparaat mag alleen rechtopstaand worden verplaatst.
Het apparaat kan worden bediend via het bedieningspaneel of de afstandsbediening.
BINNENS- EN BUITENSHUIS VERWARMEN EN KOELEN
BINNENSHUIS KOELEN
Als u binnenshuis wilt koelen, moet het apparaat in de kamer worden geplaatst.
Sluit de uitlaatslang en het luchtuitlaatrooster aan op het apparaat zoals weergegeven in de
afbeelding en uitgelegd in de gebruikershandleiding.
De warme afgezogen lucht moet via de uitlaatslang uit de kamer worden geblazen. Dit kan
bijvoorbeeld worden gedaan via een gekanteld raam, een deur of een muuropening. Zorg
ervoor dat er geen buitenlucht in de kamer kan komen.
Kies de koelmodus en stel de gewenste temperatuur in (17-30 °c / 62 ~ 86 °F).
Het apparaat mag alleen worden gebruikt bij een omgevingstemperatuur van maximaal 35 °c.
Opmerking: bij een omgevingstemperatuur hoger dan 35°C werkt het apparaat
mogelijk niet.
BUITENSHUIS KOELEN
Als u buitenshuis wilt koelen, moet het apparaat buiten worden geplaatst.
Als u buitenshuis wilt koelen, moeten de luchtslangaansluiting en het
luchtuitlaatrooster worden omgewisseld
Sluit de uitlaatslang en het luchtuitlaatrooster aan op het apparaat zoals weergegeven in de
afbeelding.
55