4. Installeren van de koelstofleidingen
A
45°±2°
Breng op het gehele oppervlak van de zitting van de flensmoer koelolie aan.
Fig. 4-1
A Afsnijmaten tromp
Buitendiameter koperen pijp
Afmetingen tromp
(mm)
ø6,35
ø9,52
12,6 - 13,0
ø12,7
15,8 - 16,2
ø15,88
19,0 - 19,4
ø19,05
22,9 - 23,3
B Aanhaalmoment flensmoer
Buitendiameter koperen pijp
Aanhaalmoment
(mm)
ø6,35
ø9,52
ø12,7
ø15,88
ø19,05
100 - 140
A
A
B
Fig. 4-2
Buitendiameter koperen pijp
Trompgereedschap voor R22·R407C Trompgereedschap voor R410A
(mm)
ø6,35
ø9,52
ø12,7
ø15,88
ø19,05
227
(120)
160
a
20
c
e
b
d
218
95
h
f
95
22
461
g
i
j
47
20
105
600
l
Fig. 4-3
38
B
Gebruik uitsluitend de flensmoeren die
met het apparaat werden meegeleverd.
øA (mm)
8,6 - 9,0
Aandraaihoek
(N·m)
(Richtlijn)
14 - 18
60˚ - 90˚
35 - 42
60˚ - 90˚
50 - 58
30˚ - 60˚
75 - 80
30˚ - 60˚
20˚ - 35˚
A Optrompgereedschap
B Koperen pijp
A (mm)
Type koppeling
0 - 0,5
1,0 - 1,5
0 - 0,5
1,0 - 1,5
0 - 0,5
1,0 - 1,5
0 - 0,5
1,0 - 1,5
0 - 0,5
1,0 - 1,5
40
66
(261)
186
k
m
70
(260)
180
4.2. Binnenapparaat (Fig. 4-1)
• Als u koperen pijpen gebruikt, moet u de vloeistof- en gaspijpen met isolatiemateriaal
bekleden (hittebestendig tot 100 °C, dikte van 12 mm of meer).
• De delen van de afvoerpijp die binnenshuis lopen, moeten worden bekleed met
isolatiemateriaal van polyethyleenschuim (relatieve dichtheid 0,03, dikte 9 mm of
meer).
• Doe een dun laagje koelmachineolie op de leiding en het aansluitingsoppervlak
voordat u de "flare"-moer vastdraait.
• Draai met gebruik van twee pijptangen de aansluitende leidingen vast.
• Gebruik, nadat alle aansluitingen gemaakt zijn, een lekkagedetector of zeepsop
om te controleren of er gaslekken zijn.
• Gebruik de meegeleverde koelleiding-isolatie om de aansluitingen aan het binnen-
apparaat te isoleren. Doe de isolatie er zorgvuldig op zoals hieronder aangegeven.
• Gebruik correcte flensmoeren die voor de afmetingen van de pijpen van het buiten-
apparaat geschikt zijn.
Beschikbaar pijpformaat
RP35, 50
ø6,35
Vloeistofzijde
ø9,52
ø12,7
Gaszijde
ø15,88
P25
ø6,35
Vloeistofzijde
ø12,7
Gaszijde
: Fabrieksmatige flensmoerbevestiging op de warmtewisselaar.
(mm)
4.3. Plaats van de koelstofleidingen en de afvoer-
leidingen (Fig. 4-3)
De afmetingen tussen haakjes zijn voor de modellen PSH/PSA-100, 125, 140.
Daar waar zelf te maken openingen zijn aangegeven, dient u een decoupeerzaag te
gebruiken en de openingen langs de lijn uit te zagen.
Maak de opening nooit groter dan aangegeven.
a Achterpaneel
b Voorpaneel
c Zelf te maken bevestigingsopening, diameter: 4-10 mm
d * Zelf te maken opening voor bevestiging aan de onderzijde
e Zelf te maken opening voor bevestiging aan de onderzijde, 120 × 70
f Aansluitpunten binnen-/buitenapparaat
g Stroomtoevoeraansluitingen voor elektrische verwarming
h Kast voor elektrische apparatuur
i Vloeistofleiding
j Gasleiding
k Opening voor afvoerleiding, ø26 <PVC-leiding, VP20-verbinding>
l Zelf te maken opening voor koelstofleiding, afvoerleiding en elektrische bedrading, 140 × 80
m Zelf te maken opening voor koelstofleiding en afvoerleiding, 90 × 60
n Zelf te maken opening voor elektrische bedrading, ø27 mm (er bevindt zich eenzelfde ope-
ning aan de linkerzijde)
n
RP60
RP71
ø6,35
–
ø9,52
ø9,52
–
–
ø15,88
ø15,88
–
–
–
P35, 50, 60, 71 P100, 125, 140
–
–
–
ø9,52
ø9,52
–
–
–
ø15,88
–
–
–
ø19,05
RP100, 125, 140
–
ø9,52
–
ø15,88
ø19,05