4.4 MONTAGE VAN DE SPIJKERS
OPMERKING De spijkers worden
niet met de machine meegeleverd.
De sneeuwspijkers kunnen in de
band geschroefd worden tot op een
maximale diepte van 10 mm.
Voor het aanbrengen van de spijkers,
moet men boorgaten maken in de banden
op de daarvoor bestemde punten,
aangegeven op het schema (afb. 6.A.) en de
aanwijzingen van de fabrikant opvolgen.
4.5 HERSTELLING OF VERVANGING
VAN DE BANDEN
De banden zijn "Tubeless" en iedere vervanging
of reparatie als gevolg van een lek dient dan ook
door een vakman uitgevoerd te worden volgens
de, voor dit type banden, geldende voorschriften.
5. ONDERHOUD
Gebruik de machine nooit als er
onderdelen versleten of beschadigd zijn.
De defecte of beschadigde onderdelen
7. TABEL ONDERHOUD
Ingreep
Controle druk, controle van de
condities van de wielen
Algemene reiniging
moeten vervangen en niet gerepareerd
worden. Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen: het gebruik van niet
originele en/of niet goed gemonteerde
onderdelen beïnvloedt de veiligheid van
de machine, kan ongelukken of persoonlijk
letsel aanrichten en de fabrikant kan
hiervoor niet aansprakelijk gesteld worden.
5.1 REINIGING
Na ieder gebruik, moet men de
wielen reinigen, en de resten van vuil,
sneeuw en modder verwijderen.
6. STALLING
Bewaar de sneeuwwielen in een droge
ruimte, beschermd tegen weersinvloeden,
indien mogelijk afgeschermd met een
doek, buiten bereik van kinderen.
Wanneer de machine weer in
werking gezet wordt:
– Controleer de bandenspanning
– Controleer de condities van de wielen
om er zeker van te zijn dat de
machine altijd veilig werkt
Frequentie
Voor eender welk gebruik
Aan het einde van ieder gebruik
NL - 79
Paragraaf
6
5.1