Motorgrootte
Instelling dieptestellernok
Vijlhoek zijplaat
Hoek bovenste plaat
OPMERKING: Equivalente geluidsniveaus/trillingsniveaus zijn berekend als de tijdgewogen energiesom van de geluids-/
trillingsniveaus onder verschillende werkomstandigheden met de volgende tijdsindeling:
*
: 1/3 stationair, 1/3 max. last, 1/3 max. toerental.
1
*
: 1/2 stationair, 1/2 max. toerental.
2
WAT IS WAT? (Afb. 1)
A: Gashendel: Deze hendel wordt bediend met de vinger
van de gebruiker om de snelheid van de motor te regelen.
B: Gashendelvergrendeling: Deze voorziening voorkomt
dat de gashendel onbedoeld wordt bediend zonder dat
deze eerst met de hand ontgrendeld is.
C: Stopschakelaar: Hiermee kan de motor gestart of
gestopt worden.
D: Olietankdop: Hiermee sluit u de olietank af.
E: Trekstarter: Trek hieraan om de motor te starten.
F: Voorste handgreep: Deze handgreep bevindt zich aan
de voorkant van de motorbehuizing.
G: Brandstoftankdop: Hiermee sluit u de brandstoftank af.
H: Achterste handgreep: Deze handgreep bevindt zich aan
de achterkant van de motorbehuizing.
I:
Chokehendel:
Hiermee
brandstofmengsel in de carburateur tijdelijk rijker maken
om te helpen bij het starten.
J: Opvoerpomp: Voorziening voor het aanvoeren van
brandstof bij het starten.
K: Zwaard: Dit onderdeel steunt en geleidt de zaagketting.
L: Zaagketting: Ketting met punten die het echte zaagwerk
doet.
M: Kettingrem (voorste handbeschermer): Voorziening voor
het stoppen of vergrendelen van de ketting.
N: Kettingvanger: Voorziening om een losse ketting op te
vangen.
O: Luchtfi lterdeksel: Deksel voor het luchtfi lter en de
carburateur.
P: Zijbehuizing: Beschermende afdekking van zaagblad,
zaagketting, koppeling en tandwielas wanneer de
kettingzaag in gebruik is.
Q: Spanbout: Voorziening die vaak aangrijpt op het zwaard
om de spanning van de zaagketting te regelen.
R: Knaldemper: Vermindert het geluid van de uilaat en richt
de uitlaatgassen.
S: Antitrilrubber: Vermindert de doorgifte van trillingen aan
de handen van de gebruiker.
T: Klemmoeren van het zwaard: Voor het vastzetten van de
zijbehuizing en het zwaard.
U: Schorssteun: Voorziening die als vast draaipunt dient in
contact met een boom of stam.
V: Zwaardhoes: Hiermee worden het zwaard en de
zaagketting netjes afgedekt wanneer de machine niet
wordt gebruikt.
W: Combinatie
bougie
gereedschap kunt u de bougie los- en vastdraaien en de
zaagketting spannen.
X: Gebruiksaanwijzing: Meegeleverd met de machine. Lees
de gebruiksaanwijzing voor u de machine gaat gebruiken
en bewaar hem om later te kunnen raadplegen voor een
goede, veilige techniek.
kunt
u
het
en
spannersleutel:
Met
Soort zwaard
Vijlhoek
Vijl
Dieptestellernok
WAARSCHUWINGEN EN
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Let in het bijzonder op aanwijzingen die beginnen met de
volgende woorden:
WAARSCHUWING
Geeft aan dat er een verhoogd risico bestaat op ernstig
persoonlijk letsel of zelfs de dood als de aanwijzingen
niet worden opgevolgd.
LET OP
Geeft aan dat er risico bestaat op persoonlijk letsel of
zaakschade als de aanwijzingen niet worden opgevolgd.
OPMERKING
Nuttige informatie voor correct functioneren en gebruik
van de machine.
lucht/
Veiligheid van de gebruiker
○ Draag altijd een vizier of veiligheidsbril.
○ Gebruik handschoenen bij het slijpen van de ketting.
○ Draag altijd veiligheidskleding zoals een jas, broek,
handschoenen, helm, veiligheidsschoenen of laarzen
met stalen neuzen en antislip-zolen en oog-, gehoor-
en beenbescherming wanneer u met een kettingzaag
werkt. Voor werkzaamheden in bomen moeten de
veiligheidsschoenen geschikt zijn om te klimmen. Vraag uw
erkende HiKOKI servicecentrum om hulp bij het kiezen van
de juiste uitrusting. Draag geen loszittende kleding, sieraden,
een korte broek, sandalen en werk nooit blootsvoets.
Draag lang haar samengebonden zodat het maximaal
schouderlang is.
○ Gebruik deze machine niet wanneer u moe of ziek bent,
of alcohol, drugs of medicijnen heeft ingenomen.
○ Laat in geen geval kinderen of onervaren personen de
machine gebruiken.
○ Draag gehoorbescherming. Let op uw omgeving.
Let op omstanders die eventueel problemen aangeven.
Verwijder veiligheidsuitrusting pas nadat de motor
volledig gestopt is.
○ Draag hoofdbescherming.
○ Start de motor niet en laat de motor niet lopen in een
afgesloten ruimte of gebouw.
Inademen van uitlaatgassen kan dodelijk zijn.
○ Om ademhalingsproblemen te voorkomen, moet u een
veiligheidsmasker dragen wanneer er oliedamp en
zaagsel van de ketting komt.
○ Houd de handgrepen vrij van olie en brandstof.
dit
○ Houd uw handen weg van de zagende onderdelen zelf.
○ Houd of pak de machine niet vast aan de zagende
onderdelen.
○ Wanneer de machine uit wordt gezet, moet u controleren
of het snijgereedschap inderdaad helemaal gestopt is
voor u de machine neerzet.
43
Nederlands