Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 4)
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de omkeerschake-
laar in vanaf zijde A voor rechtse draairichting, of vanaf
zijde B voor linkse draairichting.
Wanneer deze schakelaar in de neutrale stand staat, kan
de trekschakelaar niet worden ingedrukt.
LET OP:
• Controleer altijd de draairichting alvorens het gereed-
schap te starten.
• Verander de stand van de omkeerschakelaar alleen
nadat het gereedschap volledig tot stilstand is geko-
men. Als u de draairichting verandert terwijl het
gereedschap nog draait, kan het gereedschap bescha-
digd raken.
• Zet de omkeerschakelaar altijd in de neutrale stand
wanneer u het gereedschap niet gebruikt.
De werkingsfunctie selecteren
Dit gereedschap is uitgerust met een werkingsfunctie-
keuzeknop. Kies met deze knop uit de vier beschikbare
werkingsfuncties degene die het meest geschikt is voor
uw klus.
Voor ronddraaien met slagwerking, verschuift u de keu-
zeknop zodat de pijlpunt op de keuzeknop tegenover het
symbool
op het gereedschap staat. (Fig. 5)
Voor ronddraaien met hamerwerking, verschuift u de
keuzeknop zodat de pijlpunt op de keuzeknop tegenover
het symbool
op het gereedschap staat. (Fig. 6)
Voor ronddraaien met slipkoppeling, verschuift u de keu-
zeknop zodat de pijlpunt op de keuzeknop tegenover het
symbool
op het gereedschap staat. (Fig. 7)
Voor alleen ronddraaien, verschuift u de keuzeknop
zodat de pijlpunt op de keuzeknop tegenover het sym-
bool
of het symbool
(Fig. 8)
Op het symbool
draait het gereedschap snel rond en
op het symbool
langzaam. (Fig. 9)
Controleer altijd voor gebruik dat de keuzeknop in de
gewenste stand staat en gebruik het gereedschap op de
geschikte snelheid voor uw klus.
LET OP:
• Bedien de werkingsfunctie-keuzeknop alleen wanneer
het gereedschap niet draait. Als de keuzeknop niet
gemakkelijk kan worden bediend, knijpt u de aan/uit-
schakelaar iets in zodat de spankop draait, waarna u
de keuzeknop gemakkelijk kunt bedienen.
• Stel de keuzeknop altijd in op het symbool van de juiste
stand voor uw klus. Als u het gereedschap bedient met
de keuzeknop ingesteld tussen twee werkingsfunc-
tiesymbolen in, kan het gereedschap worden bescha-
digd.
30
op het gereedschap staat.
Het draaikoppel instellen (alleen voor gebruik als
schroevendraaier
Het draaikoppel kan in 16 stappen worden ingesteld door
de instelring te draaien zodat de gewenste stand op de
schaalverdeling is uitgelijnd met de aanwijspunt op de
behuizing van het gereedschap. Het draaikoppel is mini-
maal wanneer stand 1 is uitgelijnd met de aanwijspunt,
en maximaal wanneer nummer 16 is uitgelijnd met de
aanwijspunt.
In de standen 1 t/m 16 zal de koppeling slippen bij steeds
oplopende draaikoppelniveaus.
Bepaal het juiste draaikoppelniveau door bij wijze van
proef een schroef in het materiaal of een stuk gelijkwaar-
dig materiaal te draaien, alvorens het gereedschap voor
de daadwerkelijke klus te gebruiken.
OPMERKING:
• In andere werkingsfuncties dan de schroevendraaier-
functie, werkt de instelring niet en kan dus in iedere
stand worden geplaatst.
INEENZETTEN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu ervan is verwijderd alvorens enig werk aan
het gereedschap uit te voeren.
Aanbrengen of verwijderen van de schroefbit of
schroefdop
Gebruik uitsluitend de schroefbit of schroefdop die hier-
onder is afgebeeld. Gebruik geen andere schroefbits of
schroefdoppen. (Fig. 11)
Voor Europese landen, Noord- en Zuid-Amerikaanse
landen, Australië en Nieuw-Zeeland
Gebruik uitsluitend dit type bits. Volg
A = 12 mm
procedure (1).
B = 9 mm
(Opmerking)
De bit-adapter is niet nodig.
Voor andere landen
Om deze typen bits te plaatsen, volgt
A = 17 mm
u procedure (1).
B = 14 mm
(Opmerking)
Makita-bits zijn van dit type.
Om deze typen bits te plaatsen, volgt
u procedure (2).
A = 12 mm
(Opmerking)
B = 9 mm
De bit-adapter is nodig om het bit te
plaatsen.
1.
Om de bit te plaatsen, trekt u de bus in de richting
van de pijl en steekt u de bit zo ver mogelijk in de
bus. Laat daarna de bus los om de bit te vergrende-
len. (Fig. 12)
2.
Om de bit te plaatsen, trekt u de bus in de richting
van de pijl en steekt u de bit-adapter en de bit zo ver
mogelijk in de bus. De bit-adapter moet met het pun-
tige uiteinde eerst in de bus worden gestoken. Laat
daarna de bus los om de bit te vergrendelen.
(Fig. 13)
Om de bit te verwijderen, trekt u de bus in de richting van
de pijl en dan trekt u de bit krachtig eruit.
) (Fig. 10)