4.4 Aanpassen van de lengte van de harnasgordels
Losmaken van de gordels - druk en houd de verstelknop (N) ingedrukt en maak vervolgens de
schouderbanden van de harnasgordel los (afb. 5).
Aanspannen van de gordels - trek aan de verstelriem (G) aan de voorkant van het zitje totdat
de gordel plat op en dicht bij het lichaam van het kind ligt (afb. 6).
4.5 Verstellen van de positie van de harnasgordels (afb. 7)
Als het kind opgroeit, verwijder dan de schoudergordels uit de metalen gesp (aan de
achterkant van het zitje), haal ze door de bovenste opening in de rugleuning en steek ze terug
in de metalen gesp. Zorg ervoor dat de harnasgordels niet verdraaid zijn. Stel de hoogte van
de schoudergordels zo in dat de gordel in de rugleuning van het zitje gaat, iets onder de
schouderhoogte van uw kind.
5.1 Bevestiging van uw kind in het zitje
● Plaats het zitje op een vlakke ondergrond en plaats vervolgens de handgreep in de stabiele
positie (afb. 2, positie 1).
● Maak de schoudergordels los (afb. 5).
● Druk op de rode knop op de gordelgesp (E) om de gordels los te maken.
● Zet beide gespen aan de kant.
● Zet het kind in het zitje en plaats vervolgens de schoudergordels op de schouders van uw
kind (afb. 8). Let op: Zorg ervoor dat de schoudergordels niet verdraaid of gekruist worden.
● Vouw de twee gespen in elkaar om ze te vergrendelen en steek ze vervolgens in de
gespopening (E). Er klinkt een 'klik' als de gesp is vergrendeld (afb. 9). Let op: De gesp moet
dichter bij het kruis van het kind zitten dan bij de buik.
● Trek de verstelriem (G) in de richting van de pijl om de gordels aan te spannen (afb. 10).
Zorg ervoor dat de schouderbanden goed over de schouders van uw kind passen. De juiste
spanning is gegarandeerd als er twee vingers in de ruimte tussen de schoudergordels en de
borstkas van het kind passen.
5.2 Installatie in het voertuig
● Zet het zitje in de positie voor installatie in de auto (Afb. 2, positie 3) en plaats het zitje
vervolgens op de achterbank van de auto in de buurt van de rugleuning van de achterbank.
Plaats het zitje in de positie naar achteren ten opzichte van de rijrichting (Afb. 11).
● Trek de veiligheidsgordel van de auto zoveel mogelijk uit. Trek de heupgordel over het zitje
en maak de gesp van de veiligheidsgordel vast (afb. 12).
● Trek vervolgens de heupgordel door de blauw gemarkeerde gordelgeleiders (M), die zich
aan de zijkanten van het zitje bevinden.
● Trek het schoudergedeelte van de veiligheidsgordel boven het zitje door de blauwe
gordelgeleider (afb. 13).
● Opmerking: Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel niet gedraaid of van de geleiders
afgegleden wordt.
● Duw het kinderzitje aan de zitplaats.
● Trek de heupgordel horizontaal om hem aan te spannen. Trek vervolgens de
schoudergordel aan om de andere delen van de veiligheidsgordel aan te spannen (afb. 14).
53