Festool TS 75 EBQ Instrucciones De Servicio página 31

Ocultar thumbs Ver también para TS 75 EBQ:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 19
3
Elektrische aansluiting en inbedri-
jfstelling
De netspanning dient overeen te
komen met de indicatie op de ken-
plaat.
Schakel de machine vóór het aan-
sluiten of loskoppelen van de aan-
sluiting op het elektriciteitsnet
altijd uit!
Zie fi guur 2 voor het aansluiten en ontkoppelen
van het netsnoer. De schakelaar (1.7) dient als
in-/uitschakelaar (drukken is = AAN, loslaten
= UIT). De schakelaar kan pas in werk-ing
worden gesteld nadat de inschakel-blokkering
(1.8) naar boven is geschoven. Door de in-
schakelblokkering in werking te zetten wordt
gelijktijdig de invalvoorziening ontgrendeld en
kan het zaagaggregaat tegen de veerkracht in
naar beneden worden bewogen. Hierbij komt
het zaagblad uit de beschermkap.
Geleid de machine alleen in ingescha-
kelde toestand tegen een werkstuk.
Bij het optillen van de machine veert het zaa-
gaggregaat weer in de oorspronkelijke stand
terug.
4
Instellingen aan de machine
Als aan de machine wordt gewerkt,
dient altijd de stekker uit het stop-
contact te worden gehaald.
4.1
De elektronica
De TS 75 EBQ beschikt over een volle-
dige golfelektronica met de volgende
kenmerken:
Zachte aanloop
De zachte aanloop zorgt voor een stootvrije
aanloop van de machine.
Toerentalregeling
Het toerental kan met de stelknop (1.5) tra-
ploos tussen 1400 en 3600 min
gesteld. Hiermee kunt u de freessnelheid van
het betreffende materiaal optimaal aanpassen
(zie tabel 1).
Constant toerental
Het vooraf ingestelde toerental wordt bij on-
belast toerental en bij bewerking constant
gehouden.
Temperatuurbeveiliging
Als bescherming tegen oververhitting wordt
de machine bij het bereiken van een kritische
motortemperatuur door de veiligheids-elektro-
nica uitgeschakeld. Na een afkoeltijd van ca.
3-5 minuten is de machine weer bedrijfsklaar.
Bij een draaiende machine (onbelast toerental)
neemt de afkoeltijd af.
Stroombegrenzing
De stroombegrenzing zorgt er bij extreme
overbelasting voor dat de hoogte van de stro-
omopname toelaatbaar blijft. Dit kan leiden tot
een lager motortoerental. Na ontlasting komt
de motor direct weer op toeren.
Rem
Bij het uitschakelen wordt het zaagblad in
1,5 – 2 seconden elektronisch tot stilstand
afgeremd.
4.2
De zaagdiepte kan van 0 – 75 mm worden
ingesteld:
- de zaagdiepteaanslag (3.3) indrukken en tot
de gewenste zaagdiepte verschuiven (de op
de schaal (3.1) aangegeven waarden gelden
voor 0°-zaagsneden zonder geleiderail),
- de zaagdiepteaanslag loslaten (de zaag-diep-
teaanslag klikt in stappen van 1 mm in).
Het zaagaggregaat kan nu tot de ingestelde
zaagdiepte naar beneden worden gedrukt.
In de boring (3.2) van de zaagdiepteaanslag
kan een draadpen (M4x8 tot M4x12) worden
aangebracht. Door aan de draadpen te draaien
kan de zaagdiepte nog exacter (± 0,1 mm)
worden ingesteld.
4.3
Het zaagaggregaat kan tussen de 0° en 47°
worden gedraaid:
- draaiknoppen (3.4, 3.6) losdraaien,
- zaagaggregaat in de gewenste zaaghoek (3.5)
brengen,
- draaiknoppen weer vastdraaien.
Aanwijzing: De beide eindstanden zijn op de
fabriek ingesteld op 0° en 45°. Door de beide
schroefdraadpennen (3.7) tegen de klok in te
draaien, kan de eindstand van 45° tot maximaal
47° worden vergroot.
4.4
- hendel (4.2) omdraaien tot de aanslag,
- inschakelblokkering (4.1) naar boven draaien
en zaagaggregaat naar beneden drukken tot
het inklikt,
- bout (4.4) met de inbussleutel (4.3) losdraai-
en,
- zaagblad afnemen,
- fl enzen (4.8, 4.10) schoonmaken,
- nieuw zaagblad inzetten.
-1
worden in-
- buitenste fl ens (4.10) zo inzetten dat de
meeneempennen in de uitsparingen van de
binnenste fl ens (4.8) grijpen.
- Bout (4.4) vast aandraaien,
- hendel (4.2) terugdraaien.
4.5
- hendel (4.2) tot de aanslag omdraaien,
- inschakelblokkering (4.1) naar boven draaien
en zaagaggregaat naar beneden drukken tot
het inklikt,
- bout (4.6) met inbussleutel (4.3) losdraai-
en,
- splijtwig volgens afbeelding 4 instellen,
- bout (4.6) vast aandraaien,
- hendel (4.2) terugdraaien.
4.6
31
Zaagdiepte
Zaaghoek
Wisselen van het zaagblad
De draairichting van het zaagblad (4.9)
en de machine (4.7) dienen overeen te
komen!
splijtwig instellen
Afzuiging
Sluit de machine altijd aan op een af-
zuiging.

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido