Ingebruikneming
Boor, snijd of zaag niet in niet-zichtbare ge-
deelten waarin elektrische, gas- of waterlei-
dingen kunnen liggen. Gebruik een geschikt
zoekapparaat om deze leidingen op te spo-
ren of vraag het plaatselijke energiebedrijf
om advies.
Contact met elektrische leidingen kan tot brand
of een elektrische schok leiden. Beschadiging
van een gasleiding kan tot een explosie leiden.
Breuk van een waterleiding kan materiële
schade of een elektrische schok veroorzaken.
Let op de netspanning: De spanning van de
stroombron moet overeenkomen met de gege-
vens op het typeplaatje. Met 230 V aangeduide
machines kunnen ook worden gebruikt met een
spanning van 220 V.
In- en uitschakelen
Momentschakeling
Druk op de aan/uit-schakelaar 6 resp. laat deze
los.
Continu inschakeling
Inschakelen: Aan/uit-schakelaar 6 indrukken
en ingedrukt houden en met de
vergrendelknop 5 vergrendelen.
Uitschakelen: Aan/uit-schakelaar 6 indrukken
en loslaten.
Omschakeling van de draairichting
De draairichting alleen omschakelen als
de machine stilstaat.
Met de draairichtingomschakelaar 7 kunt u de
draairichting van de machine omschakelen (wan-
neer de aan/uit-schakelaar 6 bediend wordt, is
de draairichtingomschakelaar 7 geblokkeerd).
Draairichting rechts (zie afbeelding
Duw de draairichtingomschakelaar helemaal
naar rechts (boren, klopboren, indraaien van
schroeven etc.).
Draairichting links (zie afbeelding
Duw de draairichtingomschakelaar helemaal
naar links (losdraaien of uitdraaien van schroe-
ven en moeren).
37 • 2 609 932 062 • 02.07
Mechanische standkeuze
Met de toerentalschakelaar 8 kunnen twee toe-
rentalbereiken worden ingesteld:
Stand I :
Stand II:
De standen kunt u omschakelen terwijl de ma-
chine loopt en terwijl de machine stilstaat. Dit
mag echter niet bij volledige belasting of bij maxi-
maal toerental gebeuren.
Traploze toerentalregeling
Belast de machine niet zo sterk dat deze tot stil-
stand komt.
Vooraf instelbaar toerental
Met het stelwiel 3 kan het vereiste toerental (ook
terwijl de machine loopt) vooraf worden ingesteld.
Het vereiste toerental is afhankelijk van het materi-
aal en kan proefondervindelijk worden vastgesteld.
Laat na langdurige werkzaamheden met een laag
toerental de machine afkoelen door deze ca. 3 minu-
ten met maximumtoerental onbelast te laten lopen.
Constant-electronic (GSB 22-2 RCE)
De constantelectronic met „tachogenerator"
houdt het ingestelde toerental ook bij belasting
vrijwel constant.
Boren, schroeven en klopboren
E
)
De omschakelaar 2 klikt merkbaar vast en kan
worden bediend wanneer de machine loopt. Bij
werkzaamheden in beton, steen en metselwerk
F
)
zijn hardmetaalboren vereist.
Boorhouder vervangen
Bij machines zonder blokkering van de uitgaande
as moet de boorhouder worden vervangen door
een erkende klantenservice voor Bosch elektri-
sche gereedschappen.
Nederlands - 3
Lager toerentalbereik
Hoger toerentalbereik
De machine loopt afhankelijk van
de druk op de aan/uit-schakelaar 6
met variabel toerental tussen 0 en
maximaal.
Een lichte druk zorgt voor een laag
toerental en zodat rustig en gecon-
troleerd kan worden begonnen.
Boren
Duw de omschakelaar 2 naar rechts.
Klopboren
Duw de omschakelaar 2 naar links.
De boorhouder moet worden vastge-
draaid met een aandraaimoment van ca.
35 – 40 Nm.