• circuits rechtstreeks verbonden aan het lichtnet maar beperkt tot:
o metingen aan monofaseapparaten verbonden met het lichtnet door middel
van een stekker (stopcontact)
o metingen aan monofaseapparaten en circuits rechtstreeks verbonden met
het lichtnet in een gewone huiselijke omgeving op meer dan 10 m van een
CAT III-omgeving en 20 m van een CAT IV-omgeving. Bv.
huishoudapparaten, draagbaar gereedschap, verlichtingskringen op meer dan
10 m van een zekeringskast...
Dit toestel is geschikt voor metingen tot max. 600 V aan:
• metingen in-/aan laagspanningsborden (zekeringkast na de tellerkast)
• metingen aan mono- en meerfaseapparaten en circuits uitgezonderd in een CAT
IV-omgeving (bv. metingen aan stopcontacten, elektrische fornuizen,
verlichtingskringen, busbars, zekeringen en automaten).
Dit toestel is NIET geschikt voor metingen van/aan:
• spanningen hoger dan 1000 V
• metingen aan distributieborden en buiteninstallaties. Hieronder vallen de
tellerkast en toestellen/circuits buiten of los van de huiselijke omgeving zoals
kringen in schuurtjes, tuinhuisjes en vrijstaande garages, of kringen verbonden
via ondergrondse leidingen zoals tuinverlichting of vijverpompen...
Dit toestel is enkel geschikt voor metingen tot max. 600 V in een CAT
III-omgeving en tot max. 1000 V in een CAT II-omgeving.
5.
Vervuilingsgraad
IEC 61010-1 specificeert verschillende types vervuilingsgraden welke bepaalde
risico's met zich meebrengen. Iedere vervuilingsgraad vereist specifieke
beschermingsmaatregelen. Omgevingen met een hogere vervuilingsgraad hebben
een betere bescherming nodig tegen mogelijke invloeden van de verschillende
types vervuiling die in deze omgeving kunnen voorkomen. Deze bescherming
hangt hoofdzakelijk af van de isolatie en de eigenschappen van de behuizing. De
opgegeven waarde van vervuilingsgraad geeft aan in welke omgeving dit apparaat
veilig gebruikt kan worden.
Vervuilingsgraad
1
Vervuilingsgraad
2
Vervuilingsgraad
3
Vervuilingsgraad
4
V. 03 – 01/02/2013
Omgeving zonder, of met enkel droge, niet-geleidende
vervuiling. De voorkomende vervuiling heeft geen invloed (komt
enkel voor in hermetisch afgesloten omgevingen).
Omgeving met enkel niet-geleidende vervuiling. Uitzonderlijk kan
tijdelijke geleiding door condensatie voorkomen (bv.
huishoudelijke- en kantooromgeving).
Omgeving waar geleidende vervuiling voorkomt, of droge niet-
geleidende vervuiling die geleidend kan worden door verwachte
condensatie (industriële omgevingen en omgevingen die
blootgesteld worden aan buitenlucht zonder rechtstreeks contact
met neerslag.
Omgeving waar frequent geleidende vervuiling voorkomt, bv.
veroorzaakt door geleidend stof, regen of sneeuw (in openlucht
en omgevingen met een hoge vochtigheidsgraad of hoge
concentraties fijn stof).
DVM893
22
©Velleman nv