5. Installatie van Draineerbuizen (Fig. 5-1)
Afvoerpijp op lokatie
Afvoersok
Fig. 5-1
6. Elektrische aansluitingen
A
B
C
D
A Klemblokafdekking
B Borgschroef op klemblokafdekking
C Kabelbevestiging
D Deksel printplaatje
E Rechter zijpaneel
Fig. 6-1
B
A
1
M1 M2
M1 M2
TB3
TB5
B
2
M1 M2
TB3
Fig. 6-2
Afvoerpijp van het apparaat
Breng zelfklevende
PVC-tape aan
Vilttape 5
Afvoerpijp
Gaspijp
E
F Klemblok voor MA afstandsbediening
G Klemblok voor transmissie
H Klemblok voor voeding
I Bedrading voor de voeding & aansluitdraden
J Kabelklem
A
S
1
2
M1 M2
S
1
2
TB15 TB5
TB15
C
C
A
A
M1 M2
S
M1 M2
S
TB5
TB5
C
C
• Het verloop van de afvoerpijpen moet 1/100 of meer zijn.
• Gebruik PVC pijpen, VP-20 (PVC-pijp, O.D. ø26) voor de afvoerpijpen.
• Afvoerpijpen kunnen met een mes op het aansluitpunt worden doorgesneden als
de plaats van installatie dit nodig maakt.
• Bij het installeren van de VP-20 dient u plakband om de meegeleverde aftapbus te
plakken.
• Om te voorkomen dat er condensvocht druppelt, dient u viltband 5 over het isolatie-
materiaal om de koelstof- en afvoerpijpen in het apparaat te wikkelen, zoals op het
schema is aangegeven.
Vloeistofpijp
Voorzichtig:
Voor een juiste afvoer moet de afvoerpijp worden geïnstalleerd volgens de
voorschriften van deze installatiehandleiding. De afvoerpijpen moeten
thermisch geïsoleerd worden om condensatie te voorkomen. Als de afvoer-
pijpen niet goed geïnstalleerd en geïsoleerd zijn, kan condensvocht op het
plafond, de vloer of andere eigendommen druppelen.
6.1. Binnenapparaat (Fig. 6-1)
F
1 Verwijder het rechter zijpaneel.
Schroef hiervoor de schroeven aan de onder- en rechterkant los.
G
Verwijder de borgschroef van de klemblokafdekking om de afdekking er te kunnen
afnemen.
• De bovenzijde hangt op een pal. Schuif de afdekking naar rechts en omhoog om
deze te kunnen verwijderen.
H
2 Sluit de kabels voor voeding, besturing van de buiteneenheid en afstands-
bediening aan.
Borg de kabels na aansluiten met kabelband.
s Maak de stroomkabel aan het regelkastje vast met gebruik van een buffer-
I
bus om meer trekkracht te krijgen (PG aansluiting of iets dergelijks).
J
• Aangezien het kastje met elektrische aansluitingen soms verwijderd moet worden
voor onderhoud of om andere redenen, moeten de snoeren voldoende speling
hebben.
• Klasse 3 massa moet worden geleid (massakabel diameter: 1,6 mm of meer)
Nadat de bedrading is aangelegd, brengt u de losgemaakte delen in omgekeerde
volgorde weer aan.
Opmerking:
• Voedingscodes van apparaat mogen niet lager zijn dan ontwerp 245 IEC 53 of
227 IEC 53.
• Installeer een aarddraad die langer en dikker is dan alle andere kabels.
• De voedingsdraad dient een doorsnede van minimaal 1,5 mm
• In de vaste bedrading dient voor alle actieve geleiders een systeem voor uit-
schakelen van de voeding met een geïsoleerde schakelaar, of een vergelijk-
bare constructie, te worden opgenomen.
• Gebruik een onderbreker zonder zekering (NF) of een aardlekonderbreker
(NV).
• Bij installatie van de airconditioner wordt een schakelaar meegeleverd van
met een contactopening van ten minste 3 mm bij alle polen.
Waarschuwing:
De bedrading moet zo zijn aangebracht dat de netsnoeren niet gespannen staan,
dit om oververhitting of brand te voorkomen.
6.2. De afstandsbediening en de transmissiekabels voor
het binnen- en buitenapparaat aansluiten (Fig. 6-2)
• Sluit binnenapparaat TB5 en buitenapparaat TB3 aan. (Apolair 2-draads)
De "S" op binnenapparaat TB5 is een gepantserde kabelaansluiting. Zie voor spe-
cificaties van de aansluitkabels de installatie-instructies van het buitenapparaat.
• Monteer een afstandsbediening in overeenstemming met de aanwijzingen die bij
de afstandsbediening zitten.
• Sluit de transmissiekabel van de afstandsbediening aan binnen 10 meter met ge-
bruik van een kabel van 0,75 mm
gebruik dan een 1,25 mm
1 MA-afstandbediening
• Sluit de "1" en "2" op binnenapparaat TB15 aan op een MA-afstandbediening. (Apolair
2-draads)
• DC 9 tot 13 V tussen 1 en 2 (MA-afstandbediening)
2 M-NET-afstandbediening
• Sluit de "M1" en "M2" op binnenapparaat TB5 aan op een M-NET-afstandbediening.
(Apolair 2-draads)
• DC 24 tot 30 V tussen M1 en M2 (M-NET-afstandbediening)
A Klemmenblok voor transmissiekabel binnenapparaat
B Klemmenblok voor transmissiekabel buitenapparaat
C Afstandsbediening
2
ader. Als de afstand meer dan 10 meter is,
2
aansluitkabel.
2
te hebben.
27