De exploitant informeert de gebruiker over de gevaren bij het gebruik van de
uitrusting en beschermende tegenmaatregelen. Het apparaat mag pas dan in
gebruik worden genomen, als de gebruiker is geïnstrueerd.
Ondeskundig gebruik
• Gebruik van het product zonder instructie.
• Gebruik buiten de gebruiksgrenzen.
• Buiten werking stellen van veiligheidsinrichtingen en verwijderen van
aanwijs- en waarschuwingsborden.
• Openen van het product met gereedschappen (schroevendraaier enz.),
voor zover niet uitdrukkelijk voor bepaalde gevallen toegestaan.
• Het product ombouwen of veranderen.
• Ingebruikneming na diefstal.
• Gebruik van toebehoren van andere fabrikanten dat door de fabrikant niet
uitdrukkelijk is toegestaan.
• Bewust of lichtzinnig bedienen bij het meten in de buurt van draaiende
machines, open machine-elementen of installaties.
• Direct richten op personen; ook in het donker.
• Apparaat niet aan extreme temperaturen en temperatuurschommelingen
blootstellen (bijv. niet in de auto laten liggen).
• Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, moeten de batterijen er
worden uitgehaald (gevaar van zelfontlading en corrosie).
NL
47